Woestijnstorm

Augustus 1990. Het leger van de Irakese dictator Saddam Hoessein trekt buurland Kuweit binnen en stelt zich dreigend op aan de grens met Saudi-Arabië. De Verenigde Staten reageren meteen en sturen vliegtuigen, manschappen, tanks en oorlogsbodems naar de Golf om de Saudi's bij te staan. Voor het eerst sinds het debacle in Vietnam staan ze weer op het punt betrokken te raken bij een gewapend conflict. En dit keer zijn ze vastberaden om te zegevieren.
Aan het hoofd van de geallieerde luchtmacht in de Golf-regio staat generaal Chuck Horner. Horner, inmiddels de vijftig gepasseerd, is een van de beste fighter pilots binnen de Amerikaanse luchtmacht. In Vietnam vloog hij de gevaarlijkste missies en ook nu nog is hij een klasse apart, zoals de veel jongere piloten in dogfights nogal eens moeten ervaren. Nu staat Horner voor de zwaarste opdracht uit zijn leven: Irak vanuit de lucht op de knieën dwingen.
Operatie Desert Storm, die in januari 1991 van start ging, liet een staaltje van militaire kracht zien zoals nog nooit eerder was vertoond. Vanuit de lucht werd Irak onbarmhartig bestookt met de meest geavanceerde hightech wapens ter wereld, zoals lasergestuurde 'slimme bommen' die door, voor de radar onzichtbare, Stealth-bommenwerpers werden afgeworpen. De afstraffing door de geallieerde luchtmacht was zo genadeloos dat de Irakese troepen als snel geen schijn van kans meer maakten. Toen de geallieerde grondtroepen uiteindelijk het strijdtoneel betraden, was de oorlog dan ook snel voorbij.