Over levenskunst|Joep Dohmen 9026317425

€ 11,50
Enlèvement ou Envoi
330depuis 26 août. '24, 10:38
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
Année (orig.)2002
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: Over levenskunst|De grote filosofen over het goede leven|Ambo

||door: Joep Dohmen

||taal: nl
||jaar: 2002
||druk: 5e druk
||pag.: 399p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|mét flap|potlood onderlijningen

||isbn: 90-263-1742-5
||code: 1:000004

--- Over het boek (foto 1): Over levenskunst ---

Over levenskunst van Joep Dohmen is in de Maand van de Filosofie 2014 tien jaar in druk. Ter ere van dit jubileum verschijnt er een uitgebreide en compleet herziene editie van deze bloemlezing. Joep Dohmen is daarnaast bekend van zijn boeken Tegen de onverschilligheid en De kunst van het ouder worden.

De filosofie is terug waar zij begon, bij de vraag naar het goede leven. Hedendaagse filosofen keren terug naar hun oorsprong, en de levenskunst beleeft een nieuwe hausse. In Over levenskunst zijn de belangrijkste teksten over de grote levensvragen bijeengebracht van Plato tot Petrarca, van Montaigne tot Nietzsche, van Michel Foucault tot Peter Sloterdijk. Joep Dohmen heeft deze bloemlezing van een nieuwe inleiding voorzien en uitgebreid met eigentijdse teksten uit de 21ste eeuw.

[bron: https--www.bol.com]

Over het actuele belang van persoonsvorming of levenskunst

Interview over het werk van Joep Dohmen

Levenskunst is zelf geen kunst en ook geen vak, maar een bepaalde praktijk. Ze is een vorm van leren omgaan met jezelf. Levenskunst is het antwoord op de vraag: hoe moet ik leven? Het antwoord op die vraag is persoonlijk van aard. Elk mensenleven bevat veel toeval, maar een levenshouding komt niet per toeval tot stand. Geen enkel mens heeft van nature zo'n houding meegekregen. Iedereen zal zelf zijn/haar praktische wijsheid moeten ontwikkelen. Levenskunst is een houding van praktische wijsheid die elke mens alleen zelf in de loop der jaren voor zichzelf kan verwerven. Een interview met Joep Dohmen.

Je ziet levenskunst als een vorm van 'morele educatie' en je hebt het ook over levenskunst als een vorm van 'morele psychologie'. Hoe zit dat?

Je kunt levenskunst op verschillende manieren opvatten. Bijvoorbeeld als een soort etiquette, of als een techniek, een procedure om een doel te bereiken, bijvoorbeeld genot of rijkdom. Een andere visie is levenskunst als persoonlijke vorming met een morele oriëntatie. Sinds Socrates voeren we in de filosofie al een debat over het 'goede leven' en wat daarin dan 'het goede' is.

Ik sta in de lijn van de herneming van Socrates door Nietzsche en de late Foucault. Het uitgangspunt is dat je jezelf probeert te vormen. Belangrijke vormingsaspecten zijn zelfkennis, omgaan met je verlangens, aandachtig leven, authentiek gemotiveerd zijn. Vanuit een eigen houding ga je om met werk, tijd, met de ander. De christelijke moraal heeft sterk de nadruk gelegd op de omgang met de ander, en daarmee de westerse moraal diep beïnvloed. Tegenwoordig leven we in een marktsamenleving en wordt het goede leven sterk ingevuld door de markt, waarbij het consumentisme de hoogste waarde is. Een geslaagd leven betekent tegenwoordig: succesvol zijn, bezit, roem. De inzet van mijn visie op levenskunst is om tegen deze eenzijdigheid een dam op te werpen. Wij hebben levenskunst nodig voor de vorming van sterke persoonlijkheden, die bestand zijn tegen de 'uitholling' van het goede in onze laatmoderne cultuur.

Je schrijft verder over het dagelijks gevecht om het eigen leven, in een tijd waarin de neoliberale moraal van zelfbeschikking domineert en de kwaliteit van het moderne leven zwaar onder druk staat vanwege de impact van de markt. En daarbij stel je de vraag hoe moderne individuen erin slagen om hun positieve vrijheid te ontwikkelen, nu het ontbreekt aan overtuigende culturele narratieven die hen de weg wijzen. Wat bedoel je hier met 'culturele narratieven'?

Culturele narratieven zijn de grote, rijke verhalen uit filosofie, de literatuur, de kunst, die mensen steeds opnieuw inspireren. Die ondervinden in onze tijd zware concurrentie van 'narratieven' uit de media als Facebook en YouTube. In programma's als De Wereld Draait Door of Boer zoekt Vrouw vertellen mensen iets wat hen is overkomen, of een deel van hun levensverhaal. Ik noem dat de kleine narratieven. Ze dienen om mensen aan het lachen te maken of als troost, voor iets pijnlijks dat hen zelf is overkomen. Zowel in de psychologie als in de filosofie van de afgelopen decennia is het belang van het narratief onderkend. Een verhaal kan aan het menselijk leven een samenhang geven die er anders aan zou ontbreken. Denk aan de life-reviews waar Bohlmeijer en Westerhof zich mee bezig houden.

De oude grote verhalen van het christendom of van het communisme zijn voorbij. Vandaag worden we gedomineerd door een nieuw groot verhaal, dat van de keuzebiografie. Wij in het vrije westen zouden tegenwoordig vrij zijn om op geheel eigen wijze invulling te geven aan onze levensloop. Nou, dit dominante narratief is gewoon niet waar, maar mensen geloven er massaal in. Als filosoof moet je dan twee dingen doen: laten zien dat elke mens altijd 'slechts' een bepaalde speelruimte heeft en wat het betekent om daar een eigen invulling aan te geven. Bovendien moet je laten zien dat er grotere verhalen zijn dan Boer zoekt Vrouw. Wij hebben in het westen een enorme schat aan bronnen: denk aan de verhalen die Socrates, Aristoteles, Seneca, Montaigne, Nietzsche, Foucault of Taylor ons te vertellen hebben. Ik noem dat grote culturele narratieven. Het is de taak van de bestaansethiek om die bronnen weer toegankelijk te maken als inspiratie voor onze vormgeving.

Veel van de door jou genoemde moraalfilosofen zijn het er kennelijk over eens dat een van de grote kwalen van onze tijd te maken heeft met de wat jij omschrijft als 'funeste invloed van de enge moraal van zelfbeschikking', waardoor moderne individuen zich in toenemende mate onthechten van 'geschiedenis, natuur maatschappij en het belang van solidariteit'. Hebben we het hier over hetzelfde als waarover Harry Kunneman spreekt in Voorbij het dikke-ik?

Dat klopt ja, dat is een fascinerende ontwikkeling. Ik herinner me een film van Jos de Putter 'Het is een schone dag geweest', waarin deze een intiem portret laat zien van zijn ouders in hun laatste oogstjaar in Zeeuws-Vlaanderen. De Putter vraagt aan zijn vader hoe het geweest is. Of hij het misschien anders gewild zou hebben. Of hij er misschien spijt van heeft dat hij zijn leven of deze manier geleefd heeft. De boer kan niets met de vragen van zijn zoon. Hij heeft zijn leven volkomen vanzelfsprekend geleefd, precies zoals het zich aandiende. Tussen het leven van Jos de Putter en dat van zijn vader, gaapt een enorme kloof.

Wij zijn na WO II gestaag in een welvaartsstaat terecht gekomen, waarin religie en moraal steeds meer naar de achtergrond zijn verdwenen. Je zou kunnen zeggen dat het vrijheidsideaal uit de Verlichting pas twee eeuwen later, in de zestiger jaren van de vorige eeuw, verzilverd is. Dan is de geest uit de fles. Zelfbeschikking, niet- inmenging wordt dan het motto. Maar dat gaat uiteraard ten koste van de twee andere idealen uit de Verlichting: gelijkheid en broederschap. Mensen gaan zich bijna krampachtig zichzelf als individu profileren. Ze willen kost wat kost de grip op hun leven houden en zich onderscheiden van elkaar. Alle relaties met 'de buitenwereld' worden instrumenteel. Vandaag zou een boerenzoon zeggen: wat moet ik met die boerderij?

Je zou kunnen zeggen dat we tussen 1950 en 1980 van een veel te bescheiden ik naar een veel te onbescheiden ik zijn opgeschoven. Levenskunst is wat mij betreft een correctie op allebei. Zowel het te bescheiden, bijna slaafse leven als een correctie op het veel te onbescheiden, megalomane leven. Voor mij gaat het bij levenskunst om de vraag hoe moet ik mijn leven vormgeven en wat zijn de grenzen daaraan? Ik ben me daarbij steeds meer gaan realiseren hoe belangrijk het is om 'zelf' intersubjectief en relationeel te denken.

In deze (hachelijke) context missen we een radicale tegencultuur in de vorm van een bestaansethiek. Ik begrijp dat je het denken van Foucault als een eerste aanzet daartoe ziet. Het dragende principe daarbij is: 'zelfzorg'. Waarbij deze bestaansethiek niet vanuit een onafhankelijk van anderen opgevat, atomair 'ik' vertrekt, maar juist een intersubjectieve, relationele ethiek is, waarbij het uitgangspunt ligt bij de zorg voor hoe je zelf samen met anderen in het leven staat. Zie ik dat goed?

Dat is zowel conceptueel als praktisch een belangrijk punt. Ik geef een voorbeeld. Als je de filosofie van Peter Bieri bekijkt, dan zie je dat die over wilsvorming gaat. Over het belang van motivatie. Dat spreekt mij natuurlijk aan. In zijn boek Het handwerk van de vrijheid schrijft hij echter pas aan het einde over de rol van de ander. Dus eerst vorm je je wil, en dan pas zou de ander in beeld komen. Dat lijkt mij geen goede benadering.

Michel Foucault was een beetje voorzichtiger denk ik. Zijn bestaansethiek vertrekt niet vanuit een onafhankelijk van anderen opgevat, atomair 'ik'. Hij heeft geen puur defensief concept van autonomie op het oog, de inzet is dus niet om de ander af te weren. Anderzijds pleit hij daarmee niet meteen voor een empathische betrekking. De aard van onze zorgbetrekking is open, dynamisch en aan de betrokkenen zelf. Onze identiteit wordt intersubjectief en institutioneel gevormd en onderweg door zelfzorg moreel ingekaderd. Een bepaalde soort heteronomie is dus onontkoombaar. De ander is bewust en onbewust meebepalend voor jouw agenda. De ander raakt je ook, je bent op iemand aangewezen. Die ander kan doodgaan, of jou afwijzen. Wij mensen zijn dus fundamenteel kwetsbaar en afhankelijk. Daardoor zijn wij kwetsbaar. Het hoort bij levenskunst om je hiertoe te verhouden. In mijn boek Het leven als kunstwerk schrijf ik over verkeerde houdingen. Dat zijn allemaal megalomane houdingen, alsof je het hele leven zou kunnen beheersen. Het gaat om de mogelijkheid en de grenzen van autonomie.

Aan het slot van het overzicht van de filosofie van de levenskunst na Foucault schrijf je dat de bestaansethiek of levenskunstmoraal inmiddels maatschappelijk weerklank gevonden heeft. Er is, naar jouw mening, duidelijk een behoefte aan een tegencultuur. De filosofie van de levenskunst speelt daarbij een belangrijke rol. Levenskunst is een vorm van morele educatie, schrijf je, een Bildungsmoraal. Meer in het bijzonder een concrete moraal van zelfverantwoordelijkheid. Deze moraal wil antwoord geven op de klassieke vraag: hoe moet ik leven? Wat is een zinvol leven in een goede samenleving?

Je vraagt naar de taak, de missie van de levenskunst vandaag. Laat ik beginnen vanuit een heel andere optiek, die van het gemeenschapsdenken (communitarisme). Auteurs uit die hoek zijn op zoek naar nieuwe gemeenschapsvormen, via deugdethiek of via burgerschap. Vanuit hun optiek is de bestaansethische levenskunst veel te individualistisch. Ik snap dat wel. Neem bijvoorbeeld iemand als Richard Sennett. Zijn angst is het rauwe kapitalisme, met een cultuur die niet geïnteresseerd is in de kwaliteit van de samenleving, maar uitsluitend in winst en productie. Zijn vraag is niet: hoe kan ik mezelf beter ontwikkelen, maar: waarom respecteren mensen we elkaar niet meer? Sennett haat de 'terreur van de intimiteit', omdat dat volgens hem geen betere gemeenschap oplevert. Daarmee gaat hij geheel voorbij aan de noodzaak van Bildung en het belang van zelfexpressie.

Kijk, ik snap zulke denkers wel, ze zijn bang voor een veel te zelfgericht individualisme. Maar dat is niet de inzet van de bestaansethiek, die is juist het voorkomen en bestrijden van narcisme. De levenskunst begin als het ware aan de andere kant: door mensen zichzelf weerbaar te laten maken, kweek je zelfrespect en is wederzijds respect mogelijk. Daarom spreek ik ook uitdrukkelijk over en cultuur van het zelf, ik zou willen dat levenskunst de gangbare publieke moraal wordt. Zelfzorg bij jongeren kan heel goed beteken dat ze socratische autonomie (zelfkennis, oordeelsvermogen) leren en een empathische houding ontwikkelen.

Je formuleert vervolgens als jouw visie: Levenskunst gaat over vormgeven. Het is de kunst om aan je leven een bepaalde, liefst geslaagde vorm te geven. Dat moet elk individu zelf voor zichzelf doen. Naarmate we beter nagedacht hebben, beter geoefend zijn en beter weten wat we willen en wanneer we iets gaan doen, zal de kwaliteit van ons leven toenemen. Zo bezien gaat levenskunst zowel om controle en beheer, als ook om kwaliteit en de zin van ons bestaan.

Ter toelichting hierop schrijf je: Ik zie levenskunst als een vorm van morele psychologie, een strategie om inzicht te krijgen in welke waarden bepalend en richtinggevend zijn voor ons leven. De meest fundamentele bezinning op onszelf betreft het leren kennen van onze diepste motivatie, het ontdekken wat we werkelijk waardevol vinden en dat ons praktische handelen zal leiden. Daarmee zal ons leven niet langer een gedachteloos toeval zijn maar als het lukt, een zinvol leven.

Mag ik het zo samenvatten?

Klopt. Ik zie een verband tussen moraal en zin. Als je erin slaagt om houding van autonomie en empathie te ontwikkelen, ben je daarmee vanzelf op weg naar een zinvol leven. Daarmee wil ik niet alle zingeving reduceren tot moraal, integendeel. In dit boek staan veel auteurs die terecht de spirituele dimensie van het leven benadrukken, zoals bijvoorbeeld rouw, omgaan met verlies, of met tragiek. Ik ben daar niet blind voor, maar er is ook een belangrijk verband tussen moraal en zin.

Uiteindelijk moeten we volgens mij een cultuur van levenskunst ontwikkelen met een zeker verplichtend karakter, een normatieve oriëntatie voor moderne individuen. Dan denk ik aan waarden als verantwoordelijkheid, integriteit, respect en duurzaamheid. Zulke waarden vormen de bottom line, het zijn de noodzakelijke bakens om goed samen te leven. Wie zich aan zulke waarden verbindt, maakt kans op een zinvol leven.

Je hebt enkele jaren geleden in een interview eens gezegd, dat levenskunst een verplicht vak zou moeten worden op de middelbare school. Inmiddels heb je ook contacten met het onderwijs, zo vertelde je me onlangs. Gaat dat vak er op afzienbare termijn komen?

Als het aan mij ligt wel, maar ik ben bang dat dat niet gaat lukken, en misschien moet het ook wel anders. Het onderwijs is de afgelopen decennia bestookt met verzoeken om een bepaald vak op te nemen. Nou, daar beginnen ze liever niet aan. En het tij zat lange tijd niet mee. Bildung dat doe je thuis maar, was het motto. Maar het tij keert en we denken nu met een aantal instanties zoals de Verenigde Bijzondere Scholen (VBS) of de HTF na over een cultuur van levenskunst op de scholen. Daar is grote behoefte aan. Jonge mensen hebben problemen met gezag, omgaan met (vrije) tijd, met internet, pornografie, macht, pesten, seksualiteit, drugs en vooral met de vraag: wat wil ik met mijn leven, wie wil ik zijn, waar kom ik vandaan? Ik heb in dit verband onlangs een essay geschreven: Levenskunst op school.

Volgens de narratieve psycholoog Dan McAdams worden jonge mensen tussen hun 15e en 20e zich bewust van hun actorschap. Dan ontdekken ze het cruciale verschil tussen waar en onwaar, tussen goed en slecht, en daarmee ontdekken ze dat ze zelf verschil maken. Dit is de ideale fase om hen in contact te brengen met hoe filosofen met levensvragen omgaan. Dus voor deze doelgroep, 15 tot 20 jaar, zou levenskunst bij uitstek geschikt zijn. Trouwens, het docentencorps zit natuurlijk zelf evengoed met allerlei vragen: ze willen een goed docent zijn, goed samenwerken en een goed leven leiden. We zoeken naar concrete manieren om levenskunst, opgevat als een manier van omgaan met jezelf en met elkaar, te verankeren in de identiteit en missie van de school. Intussen bied ik vanuit het HVO een module 'Levenskunst op school' aan voor docenten en leidinggevenden in het HVO en in het voortgezet onderwijs.

Je hebt, samen met Jan Baars, een nogal lijvig boek samengesteld over de kunst van het ouder worden. Hiernaast ben je verbonden aan het onderzoeksproject 'Goed ouder worden: welzijn, zingeving en menselijke waardigheid in de levensloop' van de Universiteit voor Humanistiek en ben je bezig met de oprichting van een seniorenacademie op de ISVW. 'Levenskunst en ouder' worden is derhalve ook een thema dat jou nogal bezighoudt?

Ik ben zelf 63 en ik raak op allerlei manieren vertrouwd met het ouder worden, geestelijk, lichamelijk, existentieel. Intussen krijg ik beter zicht op welke voorstellingen het discours over ouder worden beheersen: healthy aging, active aging, succesfull ageing, allerlei wijsheden over actief blijven, compenseren, onthechten. Het gaat in feite over de vormgeving van onze tweede levenshelft. Wat mij in dit verband trof is een verhaal van Jung, die schrijft hoe hij in zijn spreekkamer steeds vaker ouderen aantrof met depressieve klachten. Die klachten bleken nauw samen te hangen met een gebrek aan perspectief, aan zin. Ze waren met pensioen, de kinderen waren de deur uit en wat resteerde was een cultuur van hobby's. Volgens mij is er sindsdien in niet veel veranderd. Het denken is vaak enorm versmald tot beleid en gezondheid.

Levenskunst gaat ook over leven in de tijd. De tijd speelt zo'n grote rol in ons leven dat je haast zou zeggen: wij zijn de tijd. Het maakt nogal wat uit in welke levensfase je je leven vormgeeft. Omdat wij in een dynamische samenleving leven, blijft de noodzaak van een actieve vormgeving aanwezig, ook als je ouder wordt. Iedereen weet wel dat als je ouder wordt, allerlei life events aan de orde komen: je gaat met pensioen, of wordt voortijdig ontslagen. Je loopt tegen een scheiding aan. De kinderen zijn de deur uit. Je lichaam krijgt steeds meer gebreken. Mensen om je heen gaan dood, soms hele goede vrienden.

Met andere woorden er is een heroriëntatie nodig. Ik heb onlangs een soort proeve van een levenskunst voor de tweede levenshelft geschreven, waarin ik het leven kenschets als een continu proces van toe-eigening en onteigening, van hechting en onthechting. Naarmate je ouder wordt is het des te belangrijker dat je je de pijn over onteigeningen zoals ziektes, kansen die je niet gekregen hebt of die je hebt moeten laten liggen, frustraties over gebrek aan erkenning e.d. onder ogen ziet. Misschien is er op bepaalde gebieden een herkansing mogelijk. Dan moet je jezelf opnieuw toe-eigenen.

Dit interview vond plaats in 2013 en is opgenomen in de bundel Levenskunst á la carte (Joep Wijsbek, red.)

Joep Wijsbek [bron: https--joepdohmen.nu/over-het-actuele-belang-van-persoonsvorming-of-levenskunst]

--- Over (foto 2): Joep Dohmen ---

Prof. dr. Joep Dohmen (1949) is emeritus hoogleraar Wijsgerige en praktijkgerichte ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Recent werd hij benoemd tot lector Bildung aan het Centrum voor Humanistische Vorming. Daarnaast is hij verbonden aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie en aan de Bildung Academie van de Universiteit van Amsterdam. Op 20 november 2015 houdt hij zijn oratie bij de aanvaarding van zijn lectoraat. Van zijn hand verschenen Nietzsche over de menselijke natuur, de bloemlezing Over levenskunst en Tegen de onverschilligheid. In het voorjaar van 2010 verscheen de door hem en Jan Baars samengestelde bloemlezing De kunst van het ouder worden. Samen met Maarten van Buuren stelde hij de bloemlezingen De prijs van de vrijheid en Van oude en nieuwe deugden samen.

[bron: https--www.bol.com]

Joep Dohmen is emeritus-hoogleraar ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek en Lector Bildung aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie.

Prof. dr Joep Dohmen (1949) is lector Bildung aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie (HTF). Sinds 2015 is hij emeritus-hoogleraar Wijsgerige en praktijkgerichte Ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht.

Centraal in zijn filosofische activiteit staan actorschap en persoonsvorming. Joep Dohmen verdedigt de actualisering van het klassieke concept van filosofie als een manier van leven. In onze neoliberale tijd staat de mens onder grote druk van markt, media en technologie. Dat vereist een tegencultuur die natuurlijk door overheid en deugdzame instituties moet worden ondersteund. Dan nog staat elk mens voor de opdracht om binnen een concrete, persoonlijke en maatschappelijke speelruimte, zijn leven met anderen zelf te bepalen met het oog op een goed leven in een dynamische wereld.

Kernthema's van Dohmen's bestaansethiek zijn:

  • autonomie, authenticiteit en intrinsieke motivatie
  • deugden, houding en karakter
  • tijd, versnelling en eindigheid
  • zelfzorg, zelfverwerkelijking en zingeving

Joep Dohmen studeerde filosofie in Utrecht, Berlijn en Leuven. In 1992 was hij medeoprichter van Filosofie Magazine en tot aan 1998 adjunct-hoofdredacteur. In 1994 promoveerde hij cum laude op Nietzsche over de menselijke natuur. Sinds 1998 was hij verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek, sinds 2007 als hoogleraar. Momenteel is hij Lector Bildung aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie en hoofd van het Kenniscentrum Bildung en Persoonsvorming. Hij is auteur van diverse boeken over persoonsvorming (jongeren en ouderen), filosofische levenskunst, Nietzsche, vrijheid en deugd.

[bron: https--joepdohmen.nu]

Longinus Josef Maria Clemens (Joep) Dohmen (Tilburg, 17 december 1949) is hoogleraar wijsgerige en praktijkgerichte ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Dohmen is vooral bekend vanwege zijn publicaties over Nietzsche en over levenskunst.

Hij studeerde wijsbegeerte in Utrecht en Leuven. In 1994 promoveerde Dohmen cum laude op het boek Nietzsche over de menselijke natuur (592 blz., uitg. Kok Kampen). In 1996 trad hij in dienst van de Universiteit voor Humanistiek als postdoc-onderzoeker van het project "Foucaults notie van zorg voor zichzelf in relatie tot de zorgethiek". Vanaf 1992 tot 1998 was Joep Dohmen medeoprichter en adjunct-hoofdredacteur van Filosofie Magazine.

In 2002 publiceerde hij Over levenskunst. De grote filosofen over het goede leven, (Amsterdam, Ambo). In 2006 verscheen onder zijn redactie Moderne levens lopen niet vanzelf (Amsterdam, SWP). In 2007 verscheen van hem Tegen de onverschilligheid. Pleidooi voor moderne levenskunst (Ambo). In 2008 schreef Dohmen het essay voor de maand van de filosofie: Het leven als kunstwerk.

Levenskunst is zelf geen kunst en ook geen vak, maar een bepaalde praktijk. Zij heeft betrekking op een praktijk van zelfzorg en is daarmee een vorm van morele educatie. Ze is een vorm van leren omgaan met jezelf. Levenskunst is het antwoord op de vraag: hoe moet ik leven? Het antwoord op die vraag is persoonlijk van aard. Elk mensenleven bevat veel toeval, maar een levenshouding komt niet per toeval tot stand. Geen enkel mens heeft van nature zo'n houding meegekregen. Socrates zei: 'Het zou mooi zijn als wijsheid iets was dat zou kunnen stromen van iemand die vol is naar iemand die leger is.' Iedereen zal dus zelf zijn/haar praktische wijsheid moeten ontwikkelen. Dohmen laat zien wat men ervoor moet doen. Bij het leerproces van de zelfzorg staan twee zaken centraal: controle c.q. autonomie; en kwaliteit: authenticiteit. Levenskunst is een houding van praktische wijsheid die elke mens alleen zelf in de loop der jaren voor zichzelf kan verwerven. Wat precies deze levenshouding is, hoe men die zich kan verwerven en wat de beste houding is, komt ter sprake in dit boek.

Dohmens aandacht gaat vooral uit naar actuele cultuurfilosofie, morele educatie en zingeving. Kernthema's in zijn levenskunstethiek zijn: autonomie, authenticiteit, deugden en waarden, geluk en genot, integriteit, jongeren en zin / goed oud worden, eindigheid en tijd, zelfzorg en zin.

Boeken

  • De prijs van vrijheid. Denkers en schrijvers over de moderne levenskunst Joep Dohmen & Maarten van Buuren. Amsterdam, Ambo 2011.
  • Levenslot of levenskunst? hoorcollege over de levensvisies van grote denkers en schrijvers. Joep Dohmen & Maarten van Buuren. NRC boeken 2010
  • Brief aan een middelmatige man. Amsterdam, Ambo 2010. 160 pp.
  • De kunst van het ouder worden. De grote filosofen over ouderdom. Red. Joep Dohmen en Jan Baars. Amsterdam, Ambo 2010. 420 pp.
  • Pleidooi voor een nieuwe publieke moraal. Beschouwingen over humanisme, moraal en zin (Oratie). Utrecht, Humanistics University Press 2009. 112 pp.
  • Het leven als kunstwerk. Een hartstochtelijk pleidooi voor een stijlvol en waarachtig leven. Stichting Maand van de Filosofie. Diemen, Lemniscaat 2008. 219 pp.
  • Tegen de onverschilligheid. Pleidooi voor een moderne levenskunst. Amsterdam, Ambo 2007. 316 pp.
  • Moderne levens lopen niet vanzelf. Red. Joep Dohmen en Frits de Lange; Amsterdam, Humanistic University Press (SWP), 2006. 232 pp.
  • Over levenskunst. De grote filosofen over het goede leven. Red. Joep Dohmen. Amsterdam, Ambo, 2002. 400pp.
  • Nietzsche over de menselijke natuur. Kampen, Kok Agora 1994. 592 pp.

Hoofdstukken/artikelen in boeken

  • 'Moderne lessen in zelfbeheer. Over de noodzaak van opvoeding tot persoonlijke autonomie'. In: De autonome mens. Nieuwe visie op gemeenschappelijkheid. Esther Wit e.a. (red.) Sun, Amsterdam 2007
  • 'De noodzaak van een eigen levenshouding. Een humanistisch antwoord op het onbehagen over de moderne levensloop'. In: Moderne levens lopen niet vanzelf. Red. Joep Dohmen en Frits de Lange Amsterdam, Humanistic University Press (SWP), 2006, 193-212
  • 'Afscheid van de standaardbiografie', 7-25. Inleiding op: Moderne levens lopen niet vanzelf. Red. Joep Dohmen en Frits de Lange Amsterdam, Humanistic University Press (SWP), 2006, 7-25
  • 'Autonomie en levenskunst. Naar een houding van geestelijke weerbaarheid'. In: Humanisme en religie. Controverses, bruggen, perspectieven. Red. Jeroen Duyndam, Marcel Poorthuis, Th. de Wit. Delft, Eburon 2005, 355-379
  • (met Anke Snoek), 'Mensen uit een stuk: de heldenethiek van John Kekes'. In: Filosofie als levenskunst. (red. Van Eekert, Vanheeswijck, Verrycken). Budel, Damon 2004, 15-50 .
  • (met Patrick Vlug) 'Een ding is nodig.' In: Zinsneden. Red. Marc van den Bossche. Damon, Best, 2003, 37-55.
  • 'Empowering from within. Art of living and humanistic ethics'. In: Empowering Humanity, A. Halsema & D.van Houten, Utrecht, De Tijdstroom, 2002. 193-211
  • 'Nietzsche over het leven als kunstwerk'. In: Links Nietzscheanisme. Red. Marc van den Bossche & Maurice Weyembergh. Budel, Damon 2000, 165-189
  • 'Hoe legitiem is het verlangen jezelf te zijn?' In: Gevoel zonder grenzen. Authentiek leven, medelijden en sentimentaliteit. Kampen, Gooi & Sticht 2000, 54-73
  • 'Filosoferen met de hamer'. In: Nietzsche lezen. Budel, Damon 2000, 73-77
  • 'Pleidooi voor een bestaansethiek in de late moderniteit. Over de noodzaak van de zorg voor zichzelf'. In: Denken over zorg. Concepten en praktijken, Utrecht, De Tijdstroom 1997, 59-87
  • 'Nietzsche and the malaise of modernity'. In: Friedrich Nietzsche und die globalen Probleme unserer Zeit. Enre Kiss (Hrsg.). Cuxhaven/ Dartford, Traude Junghans Verlag 1997. S. 24-36

Tijdschriftartikelen

  • Levenskunst en waarachtig geluk. In: Het Tijdschrift voor het Economisch onderwijs 107, 2007. p.60-63
  • Naar een moderne cultuur van zelfzorg. Over toewijding aan zichzelf, geluk en zin. In: Tijdschrift voor Humanistiek, 24, 6(2005), 37-52 ISSN 1567-7117
  • Philosophers on the "Art-of-Living". In: Journal of Happiness Studies, red. R. Veenhoven, 2003, 1-21.
  • Art of life. How do I protect the quality of my life? In: Kentaurs XXI, 26(2001), 62-77
  • Levenskunst en authenticiteit. In: Tijdschrift voor Humanistiek, 1, 2 (2000), 6-13
  • Nietzsche über das Leben als Kunstwerk. In: Humanismus Ak¬tuell, 7(2000), 99-109
  • Pleidooi voor een laatmoderne levenskunst. In: Rekenschap, 4 (1999), 259-279
  • Nietzsche, Taylor and the malaise of modernity. In: Haifa, ISSEI 2000, 1998
  • Nietzsches psycho-fysiologie. In: Psychologie en Maatschappij, 22, 4(1998), 353-364.
  • Nietzsches visie op de crisis van de westerse cultuur. In: Nietzsche en het postmoderne denken. Red. B. Voorsluis. Kampen, Kok 1992, 52-105.
  • De ware Dionysos versus de Pseudo-Dionysius. Een reconstructie van Nietzsches kritiek op de negatieve theologie. In: Ons ontbreken heilige namen. Kampen, Kok Agora 1992 167-203
  • (Met Henk Manschot) Het problematische verlangen naar binding. In: Vragen naar zin. Beschouwingen over zingevingsproblematiek. Baarn, Ambo 1992, 104-138
  • Taal, interpreteren en werkelijkheid bij Nietzsche. In: Nietzsche als arts van de cultuur. Diagnoses en prognoses. (onder red van P. van Tongeren). Kampen, Kok Agora 1990, 23-51
  • Nietzsches experimentele psychologie. In: Congresbundel Filosofiedag 1987. Red. Callebaut en Mostert. Delft. Eburon 1987, 79-87.
  • Subjektiviteit bij Nietzsche. In: Werken met wijsbegeerte. Een cultuurprobleem. Red. G. Huusen en H. Woldring. Delft, Eburon, 1986, 93-101.

Themanummers

  • De contemporaine relevantie van Diogenes en het Epicurisme. Over de waarde van Epicurus' geluksleer in een hedonistische tijd. In: Lampas, 2007. 15 pp.
  • Vriendschap en zelfvervulling. Pleidooi voor een moderne vriendschapscultuur. In: TvH, 20(2004), 4, 6-20
  • De moraal van de sociale levenskunst. In: PSC HVO, Utrecht 2002, 31-55
  • De laatmoderne queeste naar authenticiteit. In: Wijsgerig Perspectief. Themanummer over Charles Taylor, 41, 3(2001), 46-56.
  • Spätmoderne Lebenskunst. In: Lebenskunst. CEKUN Cahier 5, Nijmegen 1999, 1-17
  • Nietzsches filosofie van het verstandige lijf. In: Het bezielde lichaam. Utrecht, Uitgave Studium Generale 1997 (57-81).

[bron: wikipedia]

'Als je streeft naar zelfvervulling en het lukt je daadwerkelijk om aan je eigen waarden uitdrukking te geven, leef je hoe dan ook een waarachtig bestaan, zelfs wanneer je concrete projecten niet altijd lukken. Dan leef je het goede leven: een kunstwerk.' (p. 193) --Drs. Miek den Daas

Joep Dohmen (1946) is dé Nederlandse filosoof van de levenskunst. De afgelopen vijftien jaar heeft hij dit bij uitstek humanistisch gedachtengoed grondig bestudeerd en verder ontwikkeld.

Voorbij liberalisme en conservatisme

Dohmen zet zich af tegen het liberale idee van autonomie en zelfbeschikking. Onze liberale tijdsgeest spiegelt mensen voor als onkwetsbaar en onafhankelijk. Volgens Dohmen is dit een mythe die mensen isoleert. Anderzijds verzet hij zich tegen paternalisme, dat zich te zeer mengt in mensenlevens. Het authentieke individu kan niet los worden gezongen van de verbanden waar hij of zij in leeft, maar heeft tegelijkertijd ook ruimte nodig zijn of haar leven vorm te geven.

Tot slot verzet Dohmen zich tegen conservatieven die menen dat authenticiteit verzandt in egoïsme of narcisme. Hij meent dat authenticiteit juist trouw zijn aan jezelf betekent. Dat houdt in dat je bij alles wat je doet ten diepste betrokken bent en dus bepaald niet onverschillig. Zodoende verwijst authenticiteit naar waarachtige betrokkenheid, ten aanzien van je naasten en de maatschappij.

Tegen de onverschilligheid

In Tegen de onverschilligheid benadert Dohmen de levenskunst zowel historisch als inhoudelijk. Een groot gedeelte van het boek is besteed aan de historische uiteenzetting van de levenskunst in de klassieke oudheid en bij Nietzsche en Foucault. Deze verhandelingen vormen de grondslag voor de filosofische levenskunst. Dohmen onderscheidt de filosofie van de levenskunst van populaire vormen van levenskunst als positief denken, zelfmanagement, lifestyle, hedonisme, zenboeddhisme en new age. Deze populaire vormen suggereren een al te grote maakbaarheid van het leven. En hoewel de mens geen slachtoffer van zijn situatie is, slaat volledige maakbaarheid door naar de andere kant. De filosofie van de zelfzorg leert mensen juist om hun situatie goed te bezien en op zoek te gaan naar de handelingsruimte die ze in concrete omstandigheden hebben.

Aandachtspunten voor zelfzorg

Levenskunst is zelfzorg. Zelfzorg verwijst naar speciale manieren van aandacht voor het zelf en de eigen gesitueerdheid. Deze aandacht mondt uit in een levenshouding. Levenskunst gaat dus om het ontwikkelen van een individuele authentieke levenshouding. Hierdoor blijft de levenskunst inhoudelijk principieel onbepaald.

Dohmen noemt vijf technieken en aandachtspunten die samen de zelfzorg vormen. Wat opvalt is dat deze technieken zeer concreet en herkenbaar zijn. Het gaat hier om een persoonlijk toe te passen vorm van filosofie. Verder wordt duidelijk dat levenskunst niet licht moet worden opgevat. Zelfzorg vereist voortdurende aandacht en werkmanschap.

Het zich bekwamen in het voeren van een eigen levenshouding vereist allereerst zelfkennis, door Dohmen een hermeneutiek van het zelf genoemd. De meest praktische techniek is, ten tweede, de zorg voor de eigen handelingsbekwaamheid. Om een eigen levenshouding te ontwikkelen is het niet alleen zelfkennis van belang, daadkracht is minstens zo belangrijk. Ten derde noemt Dohmen het zoeken en (uit)vinden van je eigen waardeoriëntatie. Wat wil ik in dit leven? Het laatste twee aandachtspunten geven de omlijsting aan waarbinnen levenskunst mogelijk wordt, namelijk tijdelijkheid en maatschappelijke gesitueerdheid. Tijdelijkheid betreft de omgang met de eigen historiciteit, levensgeschiedenis en eindigheid. Bovendien behandelt ze timing, dus de vraag wanneer dingen te doen en wanneer ze te laten. Daarnaast wijst Dohmen erop dat we ons bewust moeten zijn van onze maatschappelijk inbedding en deze context op de juiste manier moeten leren interpreteren.

Vriendschap

Het boek eindigt met een enigszins verrassende, maar sympathieke uitstap naar de vriendschap. Vriendschap, argumenteert Dohmen, is cruciaal. Vrienden kunnen en zullen elkaar dienen waar het gaat om de zelfzorg en levenskunst. Waarachtige vrienden zullen waarachtig zijn tegen elkaar en elkaar confronteren als dat nodig is. Vriendschap is de enige relatie die intense bemoeizucht toestaat; waarachtige vrienden willen elkaar behoeden voor wanhoop en zelfgenoegzaamheid. Daardoor levert vriendschap die morele kennis op die we via inkeer niet kunnen verwerven, maar die onontbeerlijk is voor een geslaagd leven.

[bron: https--humanistischecanon.nl/venster/levenskunst/joep-dohmen-tegen-de-onverschilligheid-2007]

Afscheidscollege Joep Dohmen over zijn filosofische reis en het belang van Levenskunst

"Ruim 150 jaar geleden zei Sören Kierkegaard: Niemand durft 'ík' te zeggen. Dat was het begin van het door mij zeker omhelsde existentialisme, de oproep tot subjectiviteit en afrekening met het Dunne Ik. Vandaag zegt iedereen 'ik' en is het Dikke Ik niet langer een grap. Levenskunst is maatschappelijk urgent. We hebben dringend behoefte aan een nieuwe bestaansethiek. Zonder dat riskeren we een samenleving van Dunne en Dikke ikken: van slachtoffers, narcisten en megalomane labbekakken." Aldus eindigde Joep Dohmen, hoogleraar wijsgerige en praktische ethiek van de Universiteit voor Humanistiek, de afscheidsrede die hij uitsprak op 3 juli 2015.

Joep Dohmen (1949) vertelt in zijn rede over zijn beweegredenen om filosofie te studeren en welke filosofische reis hij heeft afgelegd. Hij heeft het over Nietzsche, zijn loopbaan, ethiek, film, en Bildung. Maar ook over goed ouder worden, ouderen, autonomie, humanistiek en humanisme. De opnames van zijn afscheidsrede zijn opgenomen in samenwerking met het Humanistisch Verbond.

Dohmen is studeerde filosofie in Utrecht, Berlijn en Leuven. In 1992 was hij medeoprichter van Filosofie Magazine en adjunct-hoofdredacteur tot 1998. In 1994 promoveerde hij op Nietzsche over de menselijke natuur (Kampen, Kok 1994). Sinds 1998 is hij verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek, van 2007 tot 2015 was hij er hoogleraar. Sinds 2010 is hij als adviseur in dienst van het Humanistisch centrum voor onderwijs en opvoeding (Stichting HVO), en tegenwoordig als lector.

In 2002 verscheen de anthologie Over levenskunst. De grote filosofen over het goede leven (17e druk, 2013). Centraal in zijn filosofische activiteit staat de ontwikkeling van een bestaansethiek (levenskunst), een moraal waarin de ethiek van de zorg voor zichzelf, de zorgethiek en de deugdethiek met elkaar zijn geïntegreerd. Concrete toepassingen daarvan zijn projecten van morele educatie (Bildung van jongeren), en de kunst van het ouder worden (Senior Academy). Kernthema's in de bestaansethiek zijn: autonomie, authenticiteit, deugden, geluk, houding, motivatie, tijd, vrijheid, zelfverwerkelijking, zelfzorg en zingeving.

[bron: https--www.uvh.nl/hoorcolleges/afscheidscollege-joep-dohmen-over-zijn-filosofische-reis-en-het-belang-van-levenskunst]
Numéro de l'annonce: m2150994552