Snooker|Rudy Bauwens 9063041063

€ 15,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,94
80depuis 17 oct.. '24, 12:33
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
TypeSport d'adresse
Année (orig.)1986
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: Snooker||Press Antwerpen

||door: Rudy Bauwens

||taal: nl
||jaar: 1986
||druk: 1e druk
||pag.: 280p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 90-6304-106-3
||code: 2:000361

Dit is een zeldzaam boek, overigens een 1e druk ook!

--- Over het boek (foto 1): Snooker ---

Historiek, trainingsmethodes, perfectioneer uw spel, biografieen van alle topspelers, erelijsten, meer dan 160 foto's en diagrammen.

[bron: flaptekst]

Snooker is een biljartspel voor twee spelers of twee ploegen waarbij eenentwintig gekleurde ballen met de witte speelbal weggespeeld kunnen worden. De eenentwintig ballen zijn vijftien rode ballen en zes ballen met elk een andere kleur: geel, groen, bruin, blauw, roze en zwart. Het is enigszins vergelijkbaar met pool. De belangrijkste verschillen tussen pool en snooker zijn de afmetingen; een snookertafel is in de regel aanzienlijk groter dan een pooltafel; de ballen zijn kleiner en lichter en de keu is bijgevolg dunner.

Geschiedenis

De eerste vormen van het biljartspel zijn al in de 15e eeuw te vinden, maar snooker is een recentere versie. Het spel is ontstaan in het Brits-koloniale India, toen officieren van het leger nieuwe variaties bedachten op het populaire biljartspel. Verschillende verhalen over het precieze ontstaan van het snooker doen de ronde (zie ook Britse Oost-Indische Compagnie), maar meestal wordt aangenomen dat Charles Neville Chamberlain, een kolonel van het leger, in 1875 in Jabalpur voorstelde om de gekleurde ballen van pyramids toe te voegen aan de zwarte bal en de in de triangelvorm liggende rode ballen van het spel Life Pool, waardoor het moderne spel ontstond.

Het woord snooker was toen nog een bijnaam voor de soldaten in het leger. Deze naam werd vervolgens gegeven aan de beginners in het nieuwe spel en uiteindelijk werd het spel zelf snooker genoemd.

Billiards en later snooker zijn in India zo populair geworden, doordat de in India gestationeerden graag het spel croquet speelden. Dit wilden ze in India ook spelen, maar in het regenseizoen liet het weer dit niet toe. Daarom moesten ze naar een vervanging op zoek. Dit werd het biljartspel. Op vele oude afbeeldingen is te zien dat er met een gebogen keu gespeeld wordt op een tafel met poortjes en pockets. Dit was nog het gevolg van het toen populaire croquet. De snookerkeu heeft nog steeds de vlakke achterkant.

Het snookerspel kwam in het Verenigd Koninkrijk terecht toen John Roberts, een toenmalige biljartkampioen, naar India reisde, daar kennismaakte met het spel en het uiteindelijk in zijn thuisland introduceerde. Het Verenigd Koninkrijk is nog steeds veruit het zwaartepunt van de snookersport, al leveren ook Ierland, Canada, Australië, Malta en recent China tegenwoordig topspelers. Ook in Nederland, België en Duitsland wordt veel gesnookerd, maar minder op topniveau.

De eerste belangrijke topspeler was Joe Davis, die in de snookerwereld een legendarische status geniet. Hij was ook de belangrijkste drijfveer achter het eerste echte wereldkampioenschap in 1927. Later kreeg het snooker langzaamaan de status die het nu heeft, met spelers als Ray Reardon, Alex Higgins, Steve Davis (geen familie van Joe), Dennis Taylor, Stephen Hendry, Jimmy White en Ronnie O'Sullivan.

In 1968 werd de WPBSA opgericht, die de sport op professioneel niveau organiseert.

Het spel

Samenvatting

Alle ballen worden voor de start van het spel volgens een bepaald patroon op de tafel geplaatst. Er is een witte bal (de cue ball), vijftien rode ballen met de waarde van 1 punt en zes ballen in de kleuren geel, groen, bruin, blauw, roze en zwart, met een oplopende waarde van 2 tot 7 punten. Deze gekleurde ballen hebben elk een vaste plek (spot) op de tafel. De spelers stoten de witte bal en moeten zo steeds proberen een rode bal in één van de zes gaten (pockets) te laten verdwijnen (te 'potten'); als hen dit lukt, moeten ze op een kleur naar keuze spelen. Wordt ook die gepot, dan wordt de gekleurde bal teruggelegd op zijn plaats en moet de speler weer een rode bal spelen. Als de aangespeelde bal niet wordt gepot of als de speler een fout maakt, gaat de beurt naar de tegenstander, die weer met een rode bal moet beginnen. Als alle rode ballen weggespeeld zijn, wordt nog één keer een kleur naar keuze gepot, waarna de gekleurde ballen worden weggespeeld in de volgorde van hun waarde (geel - groen - bruin - blauw - roze - zwart). Nu worden deze ballen niet meer teruggelegd (tenzij er een fout wordt gemaakt, dan wordt een eventueel gepotte kleur wel teruggelegd).

De zwarte bal wordt ongeveer 32 centimeter boven de onderste band (top cushion) geplaatst op de laagste spot (zie ook de afbeelding hieronder). De blauwe spot bevindt zich precies op het midden van de tafel. De spot waarop de roze bal gelegd wordt, bevindt zich tussen de blauwe spot en de top cushion.

De vijftien rode ballen worden tegen elkaar aangelegd door middel van een driehoekig hulpstuk (doorgaans gemaakt van hout). De afstand tussen de roze bal op zijn spot en de rode ballen dient zo klein mogelijk te zijn, echter, zonder de rode ballen de roze te laten raken.

Aan de bovenkant van de tafel bevindt zich een dwarslijn (baulk line) met daarop een halve cirkel (de D). Vanaf de onderkant van de tafel gezien wordt links op de kruising tussen de lijn en de halve cirkel de gele bal gelegd, rechts de groene, en in het midden de bruine. Voor de positie van de laatste drie ballen wordt het Engelse ezelsbruggetje "God Bless You" gebruikt, "Green Brown Yellow" of "Groen Bruin Geel".

Spelverloop

De witte bal (de cueball) moet door de startspeler aan het begin van het frame op een (willekeurige) plaats in de halve cirkel worden geplaatst. Een speler moet telkens eerst een rode bal spelen. Slaagt hij erin deze (correct) te potten, dan moet hij vervolgens een gekleurde bal naar keuze spelen, die hij alvorens te spelen benoemt (het zogenaamde 'callen'), tenzij het duidelijk is op welke bal gespeeld wordt. In de praktijk gebeurt het 'callen' alleen als het niet meteen duidelijk is op welke bal hij gaat spelen (bijvoorbeeld als meerdere ballen in elkaars buurt liggen), spontaan door de speler of soms op verzoek van de scheidsrechter. Wordt daarna ook de gekleurde bal gepot, dan wordt deze door de scheidsrechter teruggelegd op zijn plaats (zijn eigen spot) en moet de speler weer een rode bal proberen te potten. De rode ballen worden niet teruggeplaatst op de tafel nadat ze gepot zijn, ook als ze foutief gepot zijn of van de tafel gesprongen. Voor elke gepotte bal krijgt de speler de waarde van de bal. Zijn alle rode ballen "gepot" dan moeten daarna de gekleurde ballen in een bepaalde volgorde in de pockets worden gespeeld.

Het aantal punten dat een speler achtereenvolgens in één beurt maakt (dus zonder een bal te missen), wordt een break genoemd. Wanneer een break beëindigd is (door een bal niet te potten of een fout te maken), is het de beurt aan de tegenstander, die ook weer met een rode bal (goed voor 1 punt) moet beginnen en daarna een gekleurde bal naar keuze. Dit gaat zo door, tot de laatste rode bal gepot is. De speler mag dan voor de laatste keer een kleur kiezen waarop hij gaat spelen. Pot hij die, dan wordt de bal teruggelegd en mag hij doorgaan. Zo niet, dan is de tegenstander aan de beurt. Nu worden alle gekleurde ballen in volgorde van hun waarde weggespeeld (achtereenvolgens geel (2 punten) - groen (3 punten) - bruin (4 punten) - blauw (5 punten) - roze (6 punten) - zwart (7 punten)). De speler die na het potten van de laatste bal de meeste punten heeft, heeft het frame (een enkel spelletje) gewonnen. Na het potten van de zwarte bal is het spel dus voltooid, tenzij beide spelers evenveel punten hebben behaald. In dat geval wordt er een "re-spotted black ball game" gespeeld, waarbij alleen de witte cueball en de zwarte bal in het spel zijn.

De tegenspeler kan ook eerder opgeven als het puntenverschil te groot geworden is, en hij zijn tegenstander moeilijk nog tot fouten kan dwingen. Een frame is beëindigd wanneer of alle ballen gepot zijn of enkel zwart nog op tafel is, het puntenverschil groter is dan zeven punten en de speler die op dat moment mag spelen verkiest niet verder te spelen, of een fout gemaakt wordt met enkel zwart nog op tafel, of wanneer de scheidsrechter iemand een frame toewijst op grond van een andere spelregel.

Een wedstrijd bestaat uit een vooraf vastgesteld aantal frames. De wedstrijd wordt beëindigd als één van de spelers het merendeel van de frames weet te winnen. Wanneer een wedstrijd wordt gespeeld over negentien frames (best of 19), betekent dit dat de wedstrijd beëindigd is wanneer één van de spelers tien frames heeft gewonnen. Grote wedstrijden worden vaak gespreid over meerdere sessies van bijvoorbeeld acht frames.

Bijzonderheden

  • De bal waarop gespeeld wordt (een rode bal of een niet-rode bal die men gecalld heeft), noemt men de ball-on. De speler moet deze ball-on als eerste bal raken met de cue ball. Doet hij dit niet, dan volgen er strafpunten (zie hieronder). Als de ball-on niet rechtstreeks geraakt kan worden, meestal doordat een andere bal in de weg ligt, dan spreekt men van een snooker (zie ook snooker).
  • Het komt ook sporadisch voor, als de cue ball op de rand van een pocket ligt, dat de rand van de band verhindert dat de cue ball de ball-on in een rechte lijn raakt. In dat geval zegt men dat de cue ball angled is.
  • Het potten van twee of zelfs meer rode ballen in één beurt is toegestaan; de speler krijgt voor elke gepotte rode bal dan een punt.
  • Wanneer de spot van een gekleurde bal bezet is, wordt deze op de beschikbare spot gelegd met de hoogste waarde. Zijn alle spots bezet, dan moet de bal zo dicht mogelijk tegen zijn eigen spot aan geplaatst worden, op de lijn in het midden van de tafel, zo dicht mogelijk bij de top cushion. Als verschillende gekleurde ballen teruggelegd moeten worden, dan heeft de bal met de hoogste waarde voorrang.
  • Soms loopt een frame 'vast' en kan besloten worden tot een 're-rack'. Doorgaans gebeurt dit als een rode bal vlak voor een pocket ligt, maar beide spelers gesnookerd zijn op die bal en er verder ook geen 'makkelijk potbare' rode bal aanwezig is. Dit resulteert dan in het eindeloos met zachte stootjes spelen van de cue ball in het cluster rode ballen. Meestal komen de spelers dan een re-rack in onderling overleg overeen. Als dit niet gebeurt (bijvoorbeeld als één van de spelers een voorsprong heeft die hij niet zomaar kwijt wil raken) en de situatie blijft voortduren, dan kan de scheidsrechter aangeven dat beide spelers elk nog maximaal (bijvoorbeeld) drie kansen krijgen om de vastgelopen situatie te beëindigen, waarna de re-rack alsnog door de scheidsrechter opgelegd wordt. Het frame wordt dan gestopt, alle eventueel behaalde punten vervallen (voor beide spelers) en de tafel wordt weer in de startsituatie gebracht. Er wordt dan opnieuw begonnen met het frame, en het frame waarin de re-rack optrad, telt niet mee voor de statistieken.
  • Als er een fout gemaakt wordt terwijl enkel nog de zwarte bal op tafel ligt, is het frame voorbij. De tegenstander krijgt 7 strafpunten; de eindstand bepaalt wie het frame wint.
  • Bij een gelijke stand aan het eind van een frame wordt, om te beslissen wie het frame wint, de zwarte bal teruggelegd (re-spotted black), en de cue ball ergens naar keuze in de D gelegd. Door middel van kop of munt wordt bepaald wie aan de beurt is; die speler mag kiezen of hij zelf speelt of zijn tegenstander laat spelen. Wie het eerst de zwarte bal pot, heeft het frame gewonnen. Bij een fout (de cue ball potten of de zwarte niet raken) wint de tegenstander.

Fouten

  • De cue ball wegspelen (in een pocket of zelfs van de tafel) of over een bal laten 'springen', als er nog geen andere bal geraakt was.

  • Een weggespeelde cue ball wordt door de tegenspeler ergens naar keuze in de D gelegd. Hij mag van daaruit naar elke kant van de tafel spelen, maar moet natuurlijk wel (als eerste) de ball-on raken.

  • Géén bal raken
  • Als eerste een verkeerde bal raken
  • De verkeerde bal potten
  • Een andere bal dan de cue ball aanraken, of de cue ball met iets anders dan de pomerans van de keu aanraken

Touching ball

  • Het gelijktijdig in aanraking zijn van pomerans, cue ball en de ball-on. Er mag dus niet 'doorgestoten' worden wanneer de cue ball en de ball-on erg dicht bij elkaar liggen. Raken ze elkaar, dan wordt er touching ball aangegeven en moet de speler de bal wegspelen. Hierbij mag hij ook een bal raken die niet 'on' is.
  • Niet met minstens één voet de grond raken bij het uitvoeren van een stoot
  • Spelen terwijl nog niet alle ballen op tafel liggen (bijvoorbeeld als een gekleurde bal nog niet teruggelegd is) of als nog niet alle ballen tot stilstand gekomen zijn

Fouten worden bestraft met strafpunten: deze worden niet afgetrokken van het puntenaantal van de speler, maar bij de score van de tegenspeler opgeteld. Het aantal strafpunten is altijd de waarde van de meest waardevolle bal die betrokken is bij de fout (de ball-on, een bal die onterecht gepot of als eerste geraakt is, enzovoorts), met een minimum van 4 punten.

Op een rode bal spelen maar niets raken, levert dus 4 strafpunten op. Wordt de zwarte bal geraakt in plaats van een andere bal, dan levert dit 7 strafpunten op. Dit geldt in volgorde ook voor de andere kleuren, maar het aantal strafpunten is altijd minimaal 4; het ten onrechte raken van bijvoorbeeld de groene bal (3 punten waard) resulteert dus ook in 4 strafpunten.

Worden er verschillende fouten gemaakt in één beurt, dan wordt het aantal strafpunten bepaald op basis van de fout die de meeste strafpunten oplevert.

Bij een fout vervallen ook eventuele punten die al gemaakt zijn bij een stoot. Als een rode bal bijvoorbeeld correct gepot wordt, maar de cue ball ook in een pocket verdwijnt, dan krijgt de speler geen punten - enkel strafpunten. De punten die eerder in de break gemaakt zijn, vervallen uiteraard niet. Heeft de speler bijvoorbeeld al 10 punten gemaakt in zijn break en maakt hij bij de volgende stoot een fout, dan krijgt hij de 10 punten, en zijn tegenstander de strafpunten van de fout.

Na de fout is de tegenspeler aan de beurt. Hij kan zijn beurt echter ook teruggeven aan de speler die de fout gemaakt heeft. In dat geval moet die speler 'opnieuw' spelen, waarbij de aanvankelijke tegenstander bepaalt of dat is vanuit de nieuw ontstane situatie, of dat alle ballen worden teruggelegd naar de situatie van vóór de fout. Dat laatste mag niet in iedere situatie; het hangt af van de gemaakte fout. Een eventuele free ball (zie hieronder) vervalt als de beurt teruggegeven wordt.

Free ball

Als de bal na een fout van de speler zo komt te liggen dat de term snooker van toepassing is (de ball-on kan niet aan beide kanten rechtstreeks geraakt worden doordat er één of meer andere ballen tussen liggen), dan wordt een free ball toegekend. De tegenspeler mag dan elke andere bal 'nomineren' als ball-on. Die bal heeft dan ook de waarde van de ball-on, ongeacht de waarde die de bal normaal gesproken heeft. Als de uitgekozen bal een gekleurde bal is, wordt deze teruggeplaatst nadat deze gepot is.

Als de free ball toegekend wordt voor een rode bal (als de speler normaal dus moest spelen op een rode bal), dan mag de speler op een gekleurde bal spelen als hij de free ball gepot heeft, ook wanneer een gekleurde bal als free ball is uitgekozen.

...

[bron: wikipedia]

--- Over (foto 2): Rudy Bauwens ---

Rudy Bauwens - Belgium

Rudy one of the leading Belgian golf writers. Apart from being one of the chief editors for Play Golf, which is the best-selling independent golf magazine in Belgium, he also runs a copywriting/translation agency and commentates on snooker and other sports for Dutch Eurosport (Holland & Belgium).

[source: https--www.egtma.com/rudy-bauwens]

Snookercommentator Rudy Bauwens: "Brecel speelde zoals een wereldkampioen" [2017-08-22]

Wat zit er nog in de tank van Brecel? Straks speelt hij de finale.

Luca Brecel maakt grote sier. Onze landgenoot staat in de finale van het China Championship. "Als hij die finale wint, gaat er een nieuwe wereld open voor Luca", zegt Rudy Bauwens, die voor Eurosport het commentaar verzorgt bij grote snookertoernooien.

De 22-jarige Luca Brecel wist in China al enkele grote namen aan zijn degen te rijgen. Zo nam hij in de 1/16e finales Marco Fu te grazen en in de kwartfinales legde hij vijfvoudig wereldkampioen Ronnie O'Sullivan over de knie.

"Ik wist dat Brecel een kans maakte tegen O'Sullivan, al had ik een andere wedstrijd verwacht", zegt Eurosport-snookercommentator Rudy Bauwens aan Sporza.

"Brecel kwam in dat duel 4-1 achter, maar na de pauze speelde onze landgenoot het snooker van een wereldkampioen. Al kon ik Brecel in het beslissende frame tactisch niet goed volgen, wellicht was hij daar zelf een klein beetje het noorden kwijt."

"Bovendien had hij wat geluk bij cruciale ballen, maar dat heb je nu eenmaal nodig. Dat geluk had hij trouwens ook in het laatste frame van de halve finales tegen de Chinees Li Hang."

Brecel versloeg Li Hang met 6-5. Bauwens: "Brecel en Li hebben tot een heel stuk na middernacht plaatselijke tijd gespeeld. Dat betekent dat Luca voor de finale tegen Shaun Murphy iets minder zal kunnen recupereren dan Murphy, die in de namiddag speelde en een hele avond heeft kunnen relaxen."

"In een snookerfinale kan alles"

Toch liggen de kansen in de finale in balans, meent Bauwens. "Brecel en Murphy hebben elkaar al 7 keer ontmoet en het staat 4-3 voor Murphy. Hun laatste duel was dit jaar in Riga, toen won Luca."

"Maar dat was een korte partij. In China gaat het naar 10 winnende frames, zoals in de eerste ronde van het WK 2017. Ik herinner me dat Luca in de eerste ronde van het WK ver voor stond tegen Marco Fu, maar nog verloor met 10-9. In zo'n finale kan dus alles."

"Maar als je me vooraf gevraagd had tegen wie Luca het meeste kans zou maken in de finale, dan had ik meteen Murphy gezegd. Ik denk dat Luca tegen Murphy meer kansen zal krijgen, omdat Murphy een iets meer open spel speelt dan Ali Carter, die zijn halve finale van Murphy verloor."

"Ofwel breek ja na zo'n WK-nederlaag, ofwel kom je er sterker uit"

Is dit nu een opflakkering van de groeibriljant Brecel, of is onze landgenoot, momenteel de nummer 27 van de wereld, definitief gelanceerd?

Bauwens: "We weten allang dat Luca fenomenaal getalenteerd is. Nogmaals: het snooker dat hij in de laatste frames tegen O'Sullivan speelde: als je dat kunt doortrekken in een heel toernooi, dan kun je wereldkampioen worden."

"Er zijn verschillende zaken die meespelen. Ik geef even het voorbeeld van golfer Nicolas Colsaerts. Die was zeer getalenteerd, maar heeft er jarenlang met zijn pet naar gegooid en was heel diep weggezakt. Met het laatste beetje hoop van zijn entourage is hij aan een comeback begonnen en zo heeft hij intussen nog een prachtige carrière uitgebouwd."

"Hetzelfde met Brecel: na het WK en zijn nederlaag tegen Fu had hij een ongelofelijke klap kunnen krijgen. Ofwel breek je, ofwel kom je er sterker uit. Het tweede lijkt het geval te zijn."

"Wat misschien ook meespeelt is een andere entourage. Normaal gezien wordt Luca altijd begeleid door zijn vader, maar die kon door zijn werk niet mee naar China. Nu wordt Luca begeleid door Django Fung, de manager van O'Suillivan en nog wat andere toppers. Misschien creëert dat een iets andere sfeer en kan Luca nu iets losser spelen."

"Nieuwe wereld die opengaat"

Sowieso heeft Brecel zijn beste jaren nog voor hem liggen. "Er zijn voldoende statistieken die bewijzen dat je een jaar of 8-9-10 actief moet zijn in de tour om je beste niveau te halen en dat je rond je 30e dan echt top bent. Luca is nog altijd een stuk jonger, hij kan dus nog altijd groeien", zegt Rudy Bauwens.

"Ik hoop voor hem dat het in zijn tweede finale een beetje loopt. Als hij de finale wint, springt hij in één keer naar plaats 15 op de wereldranglijst en is de kans zeer groot dat hij in januari de Masters mag spelen. Daar speelt alleen de elite en daar is ook mooi geld te verdienen. Dan zou ook zijn sponsoring groeien en kan hij meer geld vragen voor demonstraties. Dan zou hij ineens een winnaar zijn en tot een klein groepje behoren. Dat is een nieuwe wereld die opengaat."

"De volgende stap zou dan moeten zijn: ik wil in 2017 nog een paar toernooien winnen en in april 2018 écht klaar zijn om een gooi te doen naar de wereldtitel. Als je net voor het WK top 16 van de wereld bent, hoef je geen kwalificaties te spelen. Dan start je tegen iemand van buiten de 16, in theorie is dat dus makkelijker dan eerst die voorrondes te moeten doorspartelen."

[bron: https--sporza.be/nl/2017/08/22/snookercommentator-rudy-bauwens-brecel-speelde-zoals-een-wereldk-1-3052719]
Numéro de l'annonce: m2180614253