Juventus fc 1979 unieke vintage voetbal vlag vaan vaandel

€ 10,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 2,00
220depuis 13 sept.. '24, 12:07
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf

Description

Juventus fc 1979 unieke vintage voetbal vlag vaan vaandel wimpel

vintage item / cadeau voor supporter, kind, verzamelaar, … Je kan de vlag ophangen in auto / vrachtwagen of aan de muur in café, slaapkamer, hobbyruimte, mancave, supporterslokaal, ...

perfecte staat

mooi cadeau voor kerstmis nieuwjaar verjaardag communie

calcio


































































































































































































vlag vaan fanion wimpel gagliardetto gagliardetti vaantje vlag flag verjaardag sinterklaas vaandel banderin drapeau drap pennant vimpel ecusson blason fahne verjaardag panini muur muro wall mur wand geschenk kleed rits parete tapestries tapisseries décoratives deco decoratie tapijt tapis tapices velo volley rugby cola football voetbal vlagje vaandeltje stift pop oorlog trui bril tand oog bril haar ring knoop manchet feest nike adidas puma fête fussball Fußball Calcio futebol fútbol baby bébé fc verzameling kvk pen duvel rodenbach jupiler pro sk sc krc racing fiets muts enfant kind cuisine auto moto sport foot ballon pied sjaal écharpe féminin vrouw man team animal cd équipe lamp marmer steen uniform slip top logo robe Sint-Truiden parfum symbole bière bier fifa embleem emblème ring small sous pantaloni katoen coton scarpe cotton nieuw darts up nouveau mode royal casquette cadeau pasen pâques kerst coeur tennis nager speelgoed livre dieu jeux trikot uefa collect pin frankrijk spanje portugal usa ijsland noorden westen zuiden collection xl rouge rood sac pull dier hart valentijn rok verzamel hobby pantalon blauw handgemaakt verzameling eye vin fromage hobby courir sneaker schoen bowling training vintage retro laptop nostalgie classic antique grand neuf antiek noir oud vieux rugby pc computer uniek unique cartes pet kaart rare zeldzaam map klein petit ultra hemd chemise Marseille Lens Lyon game ps main nice paars bijoux bordeaux real Paris pantalon psv ajax ad United Manchester jurk hiking ski juwelen maroc arsenal standard union liverpool west tottenham broek barcelona real atletico benfica ps porto nintendo bayern bot chaussures lego chaussettes lot pokemon Milan inter short om rome tuin jardin nintendo kousen ps genk trui club brugge mbappe bloem jupe messi ronaldo année ligue champions league world cup stad ploeg mano kaartJe zoekertje wordt trui ook in het duvel sneaker maison huis tuin kaart sticker zegel goud zilver munt oud antiek lp bloem bol yoga boedha boek kast dressing schaar mes speelgoed fles vaas voetbalitems zaad weide wo1 wo2 helm wapen boog bord bestek servies
Engel paneel figuur konijn tuin hart oren vaas kan groene processie glaasjes emaille bloemen diadeem beer Doek lijst Aardewerk kool blad raam boog kandelaar Brooddoos Brood trommel lamp vlinder verzameling kast water Handpoppen hand Groot formaat Portret dame in blauw eeuws Tinnen tin platte schalen houten panelen Bijzonder smalle paspop Kamer scherm ,Frans tuintafeltje lego play mobil Pokemon Venster blik vitrine koek trommel bois dore stad archief console spiegel met verlichting draad ijzer jas Blauw grijze luiken geel premier league vogelkooi Beeldschoon portret meisje wand kandelaren Vergulde wand console Franse paraplu houder schilderij verf Stof kleur Producten Foto woonhuis Antiek Wonen verjaardag Landelijke Stijl Italië DuitslandFriends Land agenda Zulte WaregemJe zoekertje wordt ook in het Frans getoond tin wol goud zilver zink koper beeld Rood Oranje Geel Groen Turquoise Blauw Paars Roze Bruin Grijs Wit Birmingham rood wit rouches rouge meert defour fellaini Standard Luik, officieel Standard de Liège[1] en bij de KBVB ingeschreven als Royal Standard de Liège[2] is een voetbalclub uit België. De club uit Luik draagt stamnummer 16 en speelt zijn thuiswedstrijden in het Maurice Dufrasnestadion, beter bekend onder de naam Sclessin. De ploeg speelt in rood-witte uitrusting en wordt ook wel de 'Rouches' genoemd. Standard pakte bij de mannen tienmaal de landstitel en acht keer de beker van België. Eenmaal speelde de club een Europese finale. Standard is de eersteklasser die het langst onafgebroken in deze klasse actief is: sinds de promotie in 1921 is Standard nooit meer uit de hoogste afdeling gezakt. In het Belgische damesvoetbal is Standard Luik de club met de meeste landstitels.

Geschiedenis
Oprichting
De club werd in 1898 opgericht in Luik, als Standard Football Club, door studenten van het Saint-Servaiscollege en de club sloot aan bij de UBSSA. De naam werd gekozen na een stemming. Standard haalde het met één stem voor Skill. De naam werd geïnspireerd door de legendarische Franse voetbalclub Standard Athlétic Club uit Parijs, die in deze tijd al enkele landstitels had binnen gehaald en onklopbaar leek. In 1899 werd de naam Standard FC Liégeois. De club speelde in het begin van de 20ste eeuw in de Luikse juniorenreeks. In 1903 speelde men in de Tweede Afdeling. Luik werd tweede in de Luikse reeks na de tweede ploeg van CS Verviétois en mocht zo niet naar de nationale eindronde van de Eerste Afdeling (later de Tweede Klasse). In 1904/05 won de club wel de Luikse reeks en mocht men naar de eindronde van de Eerste Afdeling, vooralsnog zonder succes. De volgende seizoenen haalde men telkens de eindronde en de ploeg werd telkens sterker. Dit resulteerde in 1909 uiteindelijk in de eerste kampioenstitel in de finale van de Eerste Afdeling, het tweede nationale niveau. Standard trad in 1909 zo voor het eerst aan in de hoogste nationale reeks, de Ere Afdeling. De naam werd in 1910 Standard Club Liégeois.

Beginjaren
Na een mooie vijfde plaats het eerste seizoen, eindigde Standard daar echter meestal onder in de rangschikking. In 1913/14 eindigde men met 13 punten op een gedeelde voorlaatste plaats, samen met AA La Gantoise. Op 23 mei 1914 moest een testmatch beslissen wie voorlaatste zou worden. Standard verloor met 2-0 en degradeerde zo opnieuw. De Eerste Wereldoorlog brak echter uit en gedurende vijf jaar werd geen officiële competitie ingericht. Pas vanaf 1919 ging men weer van start. Standard eindigde meteen tweede in de Eerste Afdeling, na streekgenoot Tilleur FC. Het seizoen erop pakte de club al meteen weer de titel, en na twee seizoenen in de Eerste Afdeling keerde de club weer terug naar het hoogste niveau. Sinds deze promotie in 1921 zou Standard onafgebroken op het hoogste niveau blijven spelen.

Eerste successen
Bij het 25-jarig bestaan in 1923 kreeg de club de koninklijke titel en werd Royal Standard Club Liège (R. Standard CL). Standard was ondertussen een degelijke middenmoter in de Ere Afdeling geworden. Halverwege de jaren 20 eindigde de club voor het eerst sterk, met van 1926 tot 1928 respectievelijk een tweede, een derde en weer een tweede plaats. Daarna zakte men wat terug, met toch weer derde plaats in 1934 en een tweede in 1936. Standard bleef echter een middenmoter tot na de Tweede Wereldoorlog. In 1952 wijzigde men de naam naar Royal Standard Club Liégeois. Na enkele knappe seizoenen afgewisseld met verschillende moeilijke seizoen werd men uiteindelijk in 1957/58 voor het eerst de landskampioen. Standard bleef nu een Belgische topclub en pakte in het decennium van 1961 tot 1971 nog vijfmaal de titel, waaronder driemaal op rij op het eind van de jaren 60. Ook in de Beker van België was men enkele malen succesvol.

De naam werd nogmaals gewijzigd in 1972, nu tot Royal Standard de Liège. Tijdens de jaren zeventig slaagde men er niet in een nieuwe landstitel te pakken. Het duurde tot 1982 eer de club weer succesvol was en zijn zevende titel behaalde. Ook Europees schitterde Standard dat seizoen. Als bekerwinnaar van het jaar voordien speelde men in de Europese Beker voor Bekerwinnaars, waar men doorstootte tot de finale. Deze werd echter op 12 mei 1982 verloren van FC Barcelona met 2-1. Ook in 1983 pakte men weer de landstitel.

Affaire Waterschei
Zie Zaak-Bellemans voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1984 bleek dat enkele dagen voor de Europese finale Standard tegenstander Waterschei had omgekocht om het kampioenschap van België te behalen. Bij dit schandaal waren verschillende bekende spelers betrokken, waaronder Eric Gerets. Trainer Raymond Goethals verhuisde naar Portugal om aan strafvervolging te ontkomen. Standard verloor heel wat van zijn glans, zakte sportief en financieel weg tot een subtopper en bleef de volgende decennia afwisselende resultaten neerzetten. In 1993 werd terug een eerste succes behaald na wisselvallige seizoenen. De beker van België werd gewonnen na een 2-0 winst tegen Sporting Charleroi.

Periode d'Onofrio
Standard fusioneerde in 1996 met buur RFC Seraing (stamnummer 17), een feitelijke opslorping van de mijnclub. In 1998 zocht voorzitter André Duchêne nieuwe investeerders voor de slapende reus, en vond die bij spelersmakelaar Luciano d'Onofrio en vooral bij diens goede vriend Robert Louis-Dreyfus. Hoewel d'Onofrio nooit officieel deel uitmaakt van het organigram van Standard, noch als investeerder te boek staat, werd het snel duidelijk dat hij de sterke man was achter het nieuwe Standard. Zijn nauwe banden met clubs als FC Porto en Olympique de Marseille zorgden ervoor dat Standard gunstige transfers kon verrichten in beide richtingen, onder meer van Daniel Van Buyten en Antonio Folha. Daarnaast hertekende de club volledig haar jeugdopleiding, onder leiding van Tomislav Ivić, wat in 2007 resulteerde in de Académie Robert Louis Dreyfus. Geleidelijk aan nam Standard terug zijn status aan als lid van de Belgische grote 3.


De wedstrijd tegen UN Käerjeng 97.
Met Sergio Conceiçao haalde Standard in 2004/05 een internationale klasbak in huis. In januari 2006 won hij de Gouden Schoen 2005. In 2005/06 waren de titelambities van de club opnieuw hoog gespannen. De ploeg bevestigde als officieus herfstkampioen en trok nog de nodige versterking aan in de naam van Jorge Costa, een landgenoot en vriend van de Portugese kapitein van Standard. Doordat Anderlecht en Club Brugge het lieten afweten bleef Standard tot op de slotspeeldag in de running voor de titel, maar na een magere afsluitende punt uit drie wedstrijden gaf Standard opnieuw een titel uit handen.

Het seizoen daarop begon de Nederlander Johan Boskamp aan het nieuwe seizoen als trainer van Standard. Hij erkende het talent van de jonge Marouane Fellaini, en dropte hem in het eerste elftal. Na een ontgoochelende competitiestart, waarbij Standard slechts twee punten in de eerste vier competitiewedstrijden behaalde, werd Boskamp op 30 augustus 2006 ontslagen, net als zijn technische staf. Hij werd opgevolgd door Michel Preud'Homme. De nieuwe assistent-coaches waren Manu Ferrera en Stan van den Buijs. In 2007 ging de bekerfinale verloren tegen Club Brugge met 1-0. Duizenden supporters volgden de wedstrijd op Sclessin. In 2008 behaalde Preud'homme wél de landstitel, uitgerekend tegen aartsrivaal Anderlecht, met nog drie speeldagen te gaan. Club Brugge speelde gelijk op AA Gent en na de overwinning thuis tegen Anderlecht was de titel een feit. Zo won Standard na ruim 25 jaar nog eens de Belgische landstitel.

Na het behalen van de titel wordt László Bölöni de nieuwe trainer van Standard. Zijn assistenten zijn Joaquim Rolao Preto, Frans Masson, Jean-François Lecomte (doelmannen) en Guy Namurois (fysiek). Coach Bölöni pakte meteen een eerste prijs met Standard door in de Supercup Anderlecht te verslaan met 3-1.

Ook Europees verbaasde Bölöni door in de derde en laatste kwalificatieronde van de Uefa Championsleague Liverpool FC bijna uit te schakelen. Thuis konden de Rouches de Reds op 0-0 houden (Dante miste een strafschop), maar in Liverpool werden ze in de tweede verlenging (118e minuut) opzij geschoven door Dirk Kuijt. Vervolgens kwam de Luikse ploeg in de laatste voorronde van de UEFA-cup terecht. Hier kwam men uit tegen het kleinere broertje en stadsgenoot van Liverpool FC, Everton FC. De heenwedstrijd op Everton FC eindigde op 2-2. Maar thuis slaagden de Luikenaars erin om door te stoten naar de poulefase van de UEFA-cup na een 2-1-overwinning. De winnende goal kwam van Milan Jovanovic op penalty. In de groepsfase troffen de Rouches vervolgens Sevilla FC (thuis), Partizan Belgrado (Partizanstadion), Sampdoria Genua (thuis) en VfB Stuttgart (in het Gottlieb-Daimler-stadion). Standard werd groepswinnaar met 9 op 12 dankzij winst tegen Sevilla 1-0, Partizan 0-1 en Sampdoria 3-0. De laatste wedstrijd werd in Stuttgart met 3-0 verloren. Door het verlies van Sevilla tegen Sampdoria werd Standard toch groepswinnaar. Voor de volgende ronde voor de UEFA-beker werden de rouches uitgeloot tegen het Portugese Braga. De heenwedstrijd in Braga eindigde op een 3-0 verlies. Defour viel in de eerste helft uit met een blessure en dat was een kentering. De terugwedstrijd, in een uitverkocht kolkend Sclessin, eindigde op 1-1.

In het seizoen 2008-2009 eindigt Standard na de 34 competitiewedstrijden op een gedeelde eerste plaats met Anderlecht. Twee testmatchen waren nodig om te bepalen wie kampioen wordt. De eerste wedstrijd werd gespeeld in Anderlecht en eindigde op 1-1. De tweede wedstrijd in Luik eindigde op 1-0 voor Standard. Zo werd Standard landskampioen en plaatste zich rechtstreeks voor de poulefase van de Champions League. Dit werd de eerste deelname van de Luikse club op het hoogste trapje van het Europees clubvoetbal.

In 2009 won Standard opnieuw de Supercup, ditmaal met een 2-0-overwinning tegen Racing Genk.

Europees werden de Rouches uitgeloot in groep H van de Champions League, samen met Arsenal, AZ en het Griekse Olympiakos Piraeus. De eerste wedstrijd werd met 2-3 verloren van Arsenal, nadat Standard vroeg op 2-0 voorkwam. Tegen AZ werd vervolgens met 1-1 gelijk gespeeld, met een doelpunt voor Standard in blessure-tijd en in Piraeus ging het pas in de slotseconde onderuit met 2-1. In de terug-ronde van de groepsfase won Standard thuis met 2-0 van het Griekse Olympiakos Piraeus. Uit bij Arsenal verloor Standard met 2-0. De laatste speeldag zou alles beslissen voor Standard. Bij winst was het afhankelijk van de uitslag tussen Olympiakos Piraeus en Arsenal. Indien Olympiakos verloor en Standard won, ging Standard door in de Champions League. Bij gelijkspel gingen ze door in de Europa League. Bij verlies was het Europees uitgeschakeld. De laatste wedstrijd tegen AZ kende een spectaculaire ontknoping. Standard kwam 0-1 achter en deze score leek de einduitslag te gaan worden. Dit was echter buiten de keeper Sinan Bolat gerekend. Hij werd de matchwinnaar voor Standard door mee op te rukken in de blessuretijd. Een vrije trap van Nicaise kwam neer op het hoofd van Bolat, die hem voorbij de AZ doelman Romero kopte. Zodoende overwinterde Standard voor het tweede jaar op rij Europees. De tegenstander voor de 1/16 finale in de Europa League was Red Bull Salzburg uit Oostenrijk. Standard speelde eerst thuis op 18 februari en won met 3-2 nadat het 0-2 was achtergekomen. De terugmatch vond plaats op 25 februari, waar het op een scoreloos 0-0 bleef steken en Standard doorstootte naar de 1/8 finales. Daarin treft het de Griekse voetbalploeg Panathinaikos FC uit Athene. Standard speelde eerst uit op 11 maart en won met 1-3 cijfers. Een opmerkelijk feit is dat er slechts een 150-tal supporters van Standard de uitmatch bijwoonde. Dit kwam door een algemene staking in Griekenland, waardoor vluchten naar Athene werden geannuleerd. De terugmatch op 18 maart won Standard met 1-0 en plaatste zich daardoor voor de kwartfinales van de Europa League. Daarin troffen ze het Duitse Hamburger SV. Standard speelde eerst uit op 1 april en verloor de wedstrijd met 2-1. De terugmatch, in Sclessin op 8 april, werd verloren met 1-3. In 2010/11 beleefde de club aanvankelijk een kwakkelseizoen en kon zich maar met moeite plaatsen voor de play-offs. Daarin wonnen ze echter de meeste wedstrijden waardoor ze zich naar de tweede plaats werkten en op de laatste speeldag tegenover rechtstreekse concurrent Genk stond. Beide clubs hadden evenveel punten, maar door een beter resultaat in de reguliere competitie had Genk genoeg aan een gelijkspel voor de titel. Standard kwam op voorsprong maar Genk maakte in de tweede helft gelijk waardoor Standard genoegen moest nemen met de vicetitel. In de voorronde van de Champions League werd Standard gewipt door FC Zürich en werd doorverwezen naar de Europa League. In een groep met toch het Duitse Hannover 96 werd de club groepswinnaar en overwintert Europees. In de 1/16-finale trof Standard het Poolse Wisła Kraków. In Polen speelde Standard 1-1 gelijk, nadat het een 0-1-voorsprong weggaf tegen 10-Wisla-spelers. De terugmatch eindigde op een 0-0 gelijkspel, waardoor Standard doorstootte. In de 1/8-finale trof het opnieuw Hannover 96. Hannover, dat eerder al Club Brugge wipte, behaalde een 2-2 gelijkspel in Sclessin. Thuis wonnen de Duitsers met 4-0.

Periode Duchâtelet
De club werd op 23 juni 2011 overgenomen door Roland Duchâtelet, die op dat moment nog voorzitter was van Sint-Truidense VV. Hij betaalde er een slordige 40 miljoen voor.[3] in het eerste seizoen met Roland Duchâtelet als voorzitter nam Standard afscheid van enkele topspelers als Steven Defour, Axel Witsel, Eliaquim Mangala en Mehdi Carcela-Gonzalez.

Ron Jans werd aan het begin van het seizoen 2012-2013 aangesteld als nieuwe trainer, maar na speeldagen al vervangen door de Roemeen Mircea Rednic. Het nieuwe Standard bestaat uit een mix van ervaren Belgische spelers als Jelle Van Damme, Laurent Ciman en jonge talentvolle voetballers als Imoh Ezekiel, Michy Batshuayi en William Vainqueur. Intussen hekelen de supporters het transferbeleid van de club. Een van deze transfers waarover de supporters niet tevreden zijn was de transfer van Belgisch international Sébastien Pocognoli, die op 22 januari 2013 werd verkocht aan het Duitse Hannover 96.

Het seizoen daarna speelde Standard een topjaar onder de nieuwe coach Guy Luzon. Het won z'n eerste 9 matchen van het seizoen en ging pas op de 10e speeldag voor het eerst onderuit, op bezoek bij Zulte Waregem. Standard bleef het hele seizoen boven de verwachtingen spelen en begon aan Play-Off 1 als leider. Tijdens die play-offs liep het echter mis voor de Rouches, want het haalde slechts 15/30 en moest de titel zo aan Anderlecht laten. Standard had doorheen het seizoen meer punten behaald, maar werd door de puntendeling aan het begin van play-off 1 toch geen landskampioen.

Periode Venanzi
Op 24 juni 2015 werd bekend dat Roland Duchâtelet al zijn aandelen had verkocht aan ondervoorzitter Bruno Venanzi. Venanzi maakte meteen bekend zich te richten op het versterken van de Academie en de uitbreiding van het stadion, sportief gezien wilde hij een top drie halen met nieuwe coach Slavoljub Muslin. Standard verloor veel talent die zomer: Imoh Ezekiel keerde terug naar Al Arabi, Mehdi Carcela verliet de club voor een avontuur bij Benfica en publiekslieveling Paul-José Mpoku verkaste naar Chievo Verona. Dat seizoen startte de ploeg uit Luik met een teleurstellend verlies op het veld van KV Kortrijk. Eind augustus werd bekendgemaakt dat Muslin zijn spullen moest pakken na een 7 op 15. Enkele dagen later verloor Standard op het veld van Club Brugge, waar ze een historische 7-1-pandoering om de oren kregen. Op 7 september werd Yannick Ferrera aangetrokken als nieuwe hoofdcoach. Ook Yannick Ferrera kon het tij niet keren: hij moest wachten op een wedstrijd in Charleroi bijna twee maanden later voor hij zijn eerste driepunter pakte. Halverwege de competitie telde Standard 17 punten op de 14 plaats maar had het wel drie van zijn laatste vier wedstrijden gewonnen, inclusief de Waalse Derby en de Clasico van België tegen Anderlecht, die tweede werd, door analisten gezien als de terugkeer van Standard. Ondertussen was Standard ook nog altijd actief in de Croky Cup. De club haalde de finale en zou op 20 maart tegenover Club Brugge staan. Tijdens de winterstop verkocht de club Anthony Knockaert, Sambou Yatabaré en kapitein Jelle van Damme. Dossevi werd definitief overgenomen en Victor Valdes en Gabriel Boschilia werden geleend. Dit mocht niet baten, want Boschilia kon zich niet genoeg doordrukken en Valdes haalde zijn niveau niet. De bekerfinale werd na een evenwichtige eerste helft die eindigde in 1-1 en een tweede helft die kantelde in het voordeel van Standard na een domme rode kaart van Abdoulay Diaby gewonnen door Standard.

In het tussenseizoen 2016/2017 kocht de club international Jean-Francois Gillet, Orlando Sá en Ishak Belfodil. Het seizoen 2016/2017 begon met een puntendeling tegen Westerlo voor Standard. Na vijf speeldagen werd Yannick Ferrera de laan uitgestuurd, Jankovic werd diezelfde dag nog aangekondigd als nieuwe T1. Hij debuteerde met een overwinning tegen Racing Genk waarin debutanten Belfodil en Sà meteen een doelpunt maakten. Op 21 september werd Standard uit de eerste ronde van de beker gewerkt door ASV Geel. Op 4 december was het de Waalse Derby tussen Charleroi (dat in de top 6 stond) en Standard (dat 5 punten minder telde), een match die op een 1-3-voorsprong voor Standard werd stopgezet door scheidsrechter Serge Gumienny, nadat beide supportersgroepen projectielen op het veld hadden gegooid.

777 Partners
Begin maart 2022 verkocht Venanzi de club aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij 777 Partners uit Miami.[4] De overname werd half april 2022 officieel afgerond en een overgangsstructuur was uitgewerkt met Pierre Locht als CEO ad interim.[5] Standard Luik begon met een van de jongste teams in de competitie in het seizoen 22/23.

Infrastructuur

Het trainingscomplex
Standard speelt zijn thuiswedstrijden in het Stade Maurice Dufrasne, in de volksmond Sclessin genoemd. Momenteel bedraagt de capaciteit 27.670, en is daarmee een van de grootste stadions in de Jupiler Pro League. Er zijn echter plannen om het stadion te verbouwen en uit te breiden..[6]

Het traininscomplex van de club is gelegen in Boncelles, en draagt de naam Académie Robert Louis-Dreyfus.

Banden
Historisch gezien heeft Standard een goede band met het Franse Olympique Marseille. Met Robert Louis-Dreyfus hadden ze zelfs een tijd dezelfde eigenaar. Toen Roland Duchâtelet de club in handen had, waren er sterke banden met:

Vlag van België Sint-Truidense VV
Vlag van Duitsland FC Carl Zeiss Jena
Vlag van Engeland Charlton Athletic FC
Vlag van Hongarije Újpest FC
Vlag van Spanje AD Alcorcón
Erelijst
Nationaal
Eerste klasse (10): 1958, 1961, 1963, 1969, 1970, 1971, 1982, 1983, 2008, 2009
Beker van België (8): 1954, 1966, 1967, 1981, 1993, 2011, 2016, 2018
Belgische Supercup(4): 1981, 1983, 2008, 2009
Ligabeker: 1975
Trofee Jules Pappaert: 1953, 1960, 1962, 1971, 1992, 2008
Internationaal
Intertoto Cup: 1974, 1980, 1981, 1982, 1984 (groepswinnaar)
Coupe Mohammed V: 1986
Individuele trofeeën
Verschillende spelers en trainers behaalden een trofee toen ze lid waren van de club:

Topscorer Eerste klasse: 1927 (Lucien Fabry), 1956 (Jean Mathonet), 1968 (Roger Claessen), 1969 (Antal Nagy), 1971 (Erwin Kostedde), 1978 (Harald Nickel), 1995 (Aurelio Vidmar)
Gouden Schoen: 1963 (Jean Nicolay), 1969 en 1970 (Wilfried Van Moer), 1972 (Christian Piot), 1982 (Eric Gerets), 2005 (Sergio Conceição), 2007 (Steven Defour), 2008 (Axel Witsel), 2009 (Milan Jovanović)
Ebbenhouten Schoen: 2008 (Marouane Fellaini), 2014 (Michy Batshuayi)
Profvoetballer van het Jaar: 2008 (Milan Jovanović)
Trainer van het Jaar: 2008 (Michel Preud'homme), 2009 (László Bölöni)
Keeper van het Jaar: 1985, 1986, 1992 en 1995 (Gilbert Bodart), 1999 en 2006 (Vedran Runje)
Resultaten
Seizoen Klasse Reeks Punten Opmerkingen
I II III IV
1902/03 3 Juniorsreeks (Luik) 18
1903/04 2 Eerste Afdeling 8 Standard werd vicekampioen van de provincie Luik en mocht dus niet naar de eindronde.
1904/05 4 Eerste Afdeling 5 Standard werd kampioen van de provincie Luik. Nadien werd het vierde in de eindronde.
1905/06 3 Eerste Afdeling 7 Standard werd kampioen van de provincie Luik. Nadien werd het derde in de eindronde.
1906/07 4 Eerste Afdeling 6 Standard werd kampioen van de provincie Luik. Nadien werd het vierde in de eindronde.
1907/08 3 Eerste Afdeling 8 Standard werd kampioen van de provincie Luik. Nadien werd het derde in de eindronde.
1908/09 1 Eerste Afdeling 26 Standard werd kampioen van de provincie Luik. Nadien won het ook de eindronde.
1909/10 5 Ere Afdeling 23
1910/11 11 Ere Afdeling 14
1911/12 9 Ere Afdeling 15
1912/13 10 Ere Afdeling 17
1913/14 11 Ere Afdeling 13
1914/15 oorlog
1915/16 oorlog
1916/17 oorlog
1917/18 oorlog
1918/19 oorlog
1919/20 2 Eerste Afdeling 28
1920/21 1 Eerste Afdeling 35
1921/22 5 Ere Afdeling 28
1922/23 7 Ere Afdeling 25
1923/24 5 Ere Afdeling 33
1924/25 8 Ere Afdeling 26
1digd met evenveel punten als RSC Anderlecht. De testwedstrijden eindigden op 1-1 in Anderlecht en 1-0 winst in Luik.
2009/10 8 Eerste Klasse 39 In play-off II B eindigde Standard op de 2e plaats met 8 punten.
2010/11 2 Eerste Klasse 51 Standard wint de Beker van België. In de reguliere competitie eindigde Standard op de 6de plaats met 49 punten.
2011/12 5 Eerste Klasse 35 In de reguliere competitie eindigde Standard op de 4de plaats met 51 punten.
2012/13 4 Eerste Klasse 42 In de reguliere competitie eindigde Standard op de 6de plaats met 50 punten. In de testmatchen om het laatste Europa League-ticket won Standard over 2 wedstrijden met 7-1 van AA Gent.
2013/14 2 Eerste Klasse 49 In de reguliere competitie eindigde Standard op de eerste plaats met 67 punten.
2014/15 4 Eerste Klasse 40 In de reguliere competitie eindigde Standard op de 4de plaats met 53 punten.
2015/16 7 Eerste Klasse 41 Standard wint de Beker van België. In play-off II A eindigde Standard op de 2de plaats met 10 punten.
1A 1B 1Am 2Am 3Am Vanaf 2016-17 zijn er 3 nationale en 2 regionale niveaus
2016/17 9 Eerste Klasse A 42 In play-off II A eindigde Standard op de 4e plaats met 14 punten.
2017/18 2 Eerste Klasse A 43 Standard wint de Beker van België.[7] In de reguliere competitie eindigde Standard op de 6de plaats met 44 punten
2018/19 3 Eerste Klasse A 40 In de reguliere competitie eindigde Standard op de 3de plaats met 53 punten.
2019/20 5 Eerste Klasse A 49 Competitie beëindigd na 29 speeldagen wegens de coronacrisis; toen stond Standard op de vijfde plek in het spoor van Gent, Charleroi en Antwerp.
2020/21 6 Eerste Klasse A 50 In de Europe play-offs eindigde Standard op de 4e plaats met 28 punten.
2021/22 14 Eerste klasse A 36
2022/23 6 Eerste klasse A 55 In de Europe play-offs eindigde Standard op de 3e plaats met 30 punten.
2023/24 10 Eerste klasse A 34

13e - 18e eeuw
Op 28 september 1238 werd Valencia wederom bevrijd, ditmaal door Jaime de Veroveraar en zijn leger dat bestond uit onder anderen Italiaanse en Duitse soldaten. Meer dan 50.000 Almoraviden ontvluchtten de stad en op 9 oktober werd Valencia de hoofdstad van het nieuwe Rijk van Valencia, onderdeel van het Koninkrijk Aragón. In 1348 werd de bevolking van de stad geteisterd door een grote pestepidemie en men begon zich te verzetten tegen de koning tijdens de Oorlog van de Unie. In 1363 en 1364 verdedigde Valencia zich met succes tegen het leger van het Koninkrijk Castilië.

Rond 1400 braken stabielere tijden aan voor Valencia, de 15e eeuw staat ook bekend als de 'Gouden Eeuw van Valencia'. In die periode groeide de stad zowel economisch als cultureel als nooit tevoren. Valencia was in 1483 de grootste stad van het Koninkrijk Aragón met ongeveer 75.000 inwoners. Er werd een groot aantal paleizen en kerken gebouwd waaronder El Miguelete en La Lonja de la Seda. Die laatste groeide uit tot de grootste markt van Europa en trok handelaren van het gehele continent aan, met name voor de koop en verkoop van zijde.

Ook werd het eerste boek van heel Spanje gedrukt in Valencia, in 1478. De literatuur in de stad bloeide als nooit tevoren en bekende schrijvers uit die tijd zijn Joanot Martorell en Ausiàs March. In 1502 werd tevens de Universiteit van Valencia geopend.

Tijdens de Spaanse Successieoorlog in de 18e eeuw koos Valencia de kant van Karel van Oostenrijk. Op 24 januari 1706 kwam de stad onder het Britse gezag van graaf Charles Mondaunt. Zijn macht duurde maar 16 maanden, want op 17 april 1707 werd de stad wederom terugveroverd door de Spaanse koningen na de Slag bij Almansa.

Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog aan het begin van de 19e eeuw werd Valencia opnieuw aangevallen en in bezit genomen, ditmaal door de Franse generaal Suchet in 1811, maar ook die gezagsperiode was van zeer korte duur en de macht werd wederom overgenomen door de koninkrijken van Castilië en Aragón.

20e eeuw
In 1900 werd de Banco de Valencia opgericht en was de stad geografisch gezien behoorlijk uitgebreid door het afbreken van de oude stadsmuren en de bouw van het stadsdistrict Ensanche. Valencia had in dat jaar een inwonertal van 213.550, wat een eeuw later, in 2000, ruim is verdrievoudigd tot 739.014.[bron?] In het eerste decennium van de 20e eeuw werden de twee grote overdekte markten van de stad gebouwd en kreeg Valencia haar eigen treinstation, het Estació del Nord. Deze groeiperiode werd ernstig verstoord door het begin van de Spaanse Burgeroorlog in 1936. Tijdens de drie jaar dat het land in oorlog verkeerde, werd Valencia de hoofdstad van het Republikeinse Spaanse Rijk en leed mede daardoor onder de hevige gevechten tussen het oude Spanje en het leger van Francisco Franco. De daaropvolgende dictatuur was een zwarte periode in de geschiedenis van de stad. De Valenciaanse taal werd compleet verboden, omdat het gebruik ervan indruiste tegen de Spaanse moraal van de dictator, en er heerste zeer strenge censuur tot en met zijn dood in 1975. In 1957 werd Valencia geteisterd door een ernstige overstroming van de rivier Turia, het water stond in sommige straten meer dan twee meter hoog, een economische catastrofe voor de stad. Hierna is de rivier omgeleid; deze stroomt nu aan de westkant van de stad. In de jaren tachtig werd begonnen aan de aanleg van de Metro van Valencia. In 2007 vond de zeilwedstrijd America's Cup plaats in Valencia, waarvoor een kanaal, haven en paviljoens, zoals het Veles e Vents-gebouw, werden aangelegd. Van 2008 tot en met 2012 werd de Grand Prix Formule 1 van Europa, op een stratencircuit binnen Valencia verreden.

Geografie

Ligging van Valencia
Valencia ligt aan de oostkust van Spanje, aan de Costa del Azahar aan de Middellandse Zee.

Afstanden naar andere steden:

Alicante: 179 kilometer
Almería: 443 kilometer
Barcelona: 362 kilometer
Bilbao: 747 kilometer
Castelló de la Plana: 76 kilometer
Madrid: 356 kilometer
Málaga: 622 kilometer
Murcia: 232 kilometer
Sevilla: 747 kilometer
Zaragoza: 326 kilometer
Het klimaat

Klimaatgrafiek van Valencia
Valencia heeft een mediterraan klimaat met warme zomers en milde winters. Het klimaat is iets warmer dan dat van Barcelona, met veel minder extremen dan steden zoals Madrid en Córdoba in het hete binnenland. De gemiddelde jaartemperatuur is 18,3 graden Celsius. De gemiddelde maximumtemperatuur is 16,4 graden in januari en 30,2 graden in augustus. Er valt per jaar slechts 475 millimeter neerslag, maar dat gebeurt, typisch mediterraans, geconcentreerd, met name in de maand oktober, wanneer zware regenbuien in sommige gevallen zelfs voor overstromingen zorgen. Juventus Football Club is een van de oudste voetbalclubs van Italië. De club speelt haar thuiswedstrijden in het Allianz Stadium in Turijn. Juventus slaagde er als een van de weinige Europese topclubs in om samen met Manchester United, Ajax, Chelsea en Bayern München, alle drie de UEFA-hoofdcompetities (Europacup I / UEFA Champions League, Europacup II en UEFA Cup / UEFA Europa League) te winnen. Juventus is Latijn voor jeugd.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]Juventus FC in 1898Juventus FC in 1905Juventus Football Club is een van de oudste en belangrijkste voetbalclubs van Italië. I bianconeri (de wit-zwarten) komen uit in de Serie A. De club speelt vanaf het seizoen 2011/12 in een nieuw stadion, het Juventus Stadium, dat volledig door Juventus zelf is gefinancierd en dat eigendom van de club is, iets unieks in Italië. Juventus werd op 1 november 1897 opgericht als Sport Club Juventus door studenten van het Massimo d'Azeglio Lyceum in Turijn, maar werd in 1899 Football Club Juventus genoemd. Juventus is Latijn voor 'jonge volwassenheid'. De ploeg meldde zich bij het Italiaanse voetbalkampioenschap in 1900 in een outfit bestaande uit een roze shirt met zwarte das en een zwarte broek. De wit-zwartgestreepte shirts kwamen pas in 1903, toen per ongeluk een bestelling uit Engeland arriveerde met de shirts van Notts County. Het eerste kampioenschap werd binnengehaald in 1905, toen de ploeg een jaar in het Velodromo Umberto I speelde. Het reguliere speelveld van de eerste jaren lag in het park Piazza d´Armi, in 1908 verhuisde men naar een terrein aan de Corso Sebastopoli, in 1922 ging men naar de Corso Marsiglia.
In 1906 kwam het tot een breuk binnen de club na irritaties over het grote aantal buitenlanders. De Zwitserse voorzitter Alfredo Dick richtte daarop samen met enkele van de vooraanstaande buitenlandse spelers FBC Torino op. Daarmee was de Derby Delle Mole (Juventus versus Torino) geboren. Juventus was tot het begin van de Eerste Wereldoorlog bezig met het heropbouwen van een ploeg.
Heerschappij[bewerken | brontekst bewerken]FIAT-eigenaar Edoardo Agnelli kwam aan het roer van de club in 1923, het begin van een lange verbintenis. In het seizoen 1925/26 behaalde de ploeg het tweede landskampioenschap door in de finale Alba Roma in twee wedstrijden met een totaalscore van 12-1 te verslaan. De doelpunten van icoon Antonio Vojak waren dat seizoen van levensbelang. Nadat in 1929 een landelijke Italiaanse competitie in het leven was geroepen, was Juventus direct alleenheerser in deze Serie A. Van 1931 tot 1935 pakte Juventus onder leiding van trainer Carcano vijf achtereenvolgende titels. Spelers als keeper Gianpiero Combi, Luigi Bertolini, Giovanni Ferrari en de Argentijnen Raimundo Orsi en Luis Monti lagen aan de basis van dit succes. Ondertussen verhuisde de club in 1933 terug naar Stadio Mussolini (later Stadio Comunale), weer aan de Corso Sebastopoli. In het tweede deel van dat decennium was Juventus, inmiddels ook bekend als La Vecchia Signora (De Oude Dame), minder succesvol.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Giovanni Agnelli aangesteld als voorzitter, in 1955 opgevolgd door zijn zoon Umberto. Juventus voegde twee nieuwe Scudetto's aan het palmares toe in 1949/50 en 1951/52, de laatste onder de Engelse trainer Jesse Carver. Tijdens het seizoen 1957/58 werden met de Welshman John Charles en de Italiaanse Argentijn Omar Sívori twee van 's werelds beste aanvallers aan de selectie toegevoegd. Ze speelden er samen met boegbeeld Giampiero Boniperti. Het leidde onmiddellijk tot de tiende landstitel, waarvoor aan Juventus de Gouden Ster voor Sportverdienste uitgereikt werd. Sívori was in 1959 de eerste speler van Juventus die de trofee voor de Europees voetballer van het jaar won. In 1960 volgde de eerste 'dubbel' voor Juventus, door na het kampioenschap in de finale van de Coppa Italia Fiorentina te verslaan. Het jaar erna beëindigde Boniperti zijn loopbaan. Hij nam afscheid met de titel van topschutter aller tijden in het shirt van Juventus, met 182 doelpunten in 444 officiële wedstrijden. Later zou hij nog coach en twintig jaar voorzitter zijn.
Pas in het seizoen 1966/67 won Juventus weer eens de Italiaanse competitie, maar in de jaren 70 versterkte Juventus zijn heerschappij in het Italiaanse voetbal. Onder ex-speler Čestmír Vycpálek won Juventus in 1971/72 en in 1972/73 de Serie A opnieuw. In dat laatste seizoen werd gewonnen met spelers als Roberto Bettega, Franco Causio en Giovanni Trapattoni, de man die uiteindelijk zou bijdragen tot het succes in de jaren tachtig.
Het Trapattoni-tijdperk[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf 1976 regen onder het tienjarige bewind van coach Trapattoni de successen zich aaneen. De bekendste spelers van het team waren Zoff, Bettega, Causio, Scirea, Tardelli en Gentile, de zes die ook de kern vormden van het Italiaanse nationale elftal dat in 1982 wereldkampioen werd. Successen waren onder meer zes titels, een UEFA Cup in 1977 en een Europacup II in 1984. Dit betekende direct dat Juventus twintig keer de Scudetto gewonnen had, en er werd een tweede gouden ster toegevoegd aan het shirt. Juventus is tot op heden[(sinds) wanneer?] nog altijd de enige Italiaanse club die dat voor elkaar gekregen heeft. Rond deze periode is de Oude Dame een grootmacht in het voetbal. Sterspeler Paolo Rossi werd Europees voetballer van het jaar in 1982 en was met veel andere Juventusspelers belangrijk bij de Italiaanse overwinning op het WK 1982. De Fransman Michel Platini, later voorzitter van de UEFA, kreeg de prijs voor de Europees voetballer van het jaar drie keer op een rij, in 1983, 1984 en 1985.
De enige smet voor de club was lange tijd het uitblijven van de grote Europese triomf. Meermalen werd diep in de door Agnelli altijd aangevulde geldbuidel getast om via dure aankopen de fel begeerde Europacup I binnen te halen. Pas onder de droeve omstandigheden van de wedstrijd tegen Liverpool in het Heizelstadion lukte dit in 1985, en dan nog via een onterechte strafschop van Platini. Alhoewel het een hoogtepunt moest worden voor de club, draaide het uit tot een van de meest trieste dagen uit de rijke geschiedenis van Juventus. Tijdens het Heizeldrama kwamen die dag 39 supporters om het leven, de meesten waren Juventino's. De ramp ontstond omdat Engelse hooligans met geweld mensen in de aanpalende vakken terugdrongen. Het gevolg was dat mensen verpletterd werden en onder de druk van de mensenmassa begaf een muur het. De ideale vluchtweg voor velen, ware het niet dat een groot aantal supporters vertrappeld werden. De match ging ondanks alles toch door, uit vrees dat er nog grotere rellen gingen uitbreken.
Na het seizoen 1985/86 won Juventus geen Scudetto meer. Oorzaak was onder andere de aankomst van stervoetballer Diego Maradona bij Napoli. Ook de grootheden uit Milaan, Internazionale en AC Milan, pakten hun titels mee.
In 1990 werd na bijna zestig jaar een nieuw stadion betrokken, het speciaal voor het WK 1990 gebouwde Stadio Delle Alpi. Vanwege de externe ligging en de weidse bouw was deze stap geen succes. De toeschouwersaantallen, en daarmee de gezelligheid, namen af en mede door de hoge huur zag Juventus zich gedwongen om in de zomer van 2006 terug te gaan naar het Stadio Communale, dat inmiddels voor de Olympische Winterspelen was verbouwd.
Het Lippi-tijdperk[bewerken | brontekst bewerken]Marcello LippiAan de start van het seizoen 1994/95 kwam Marcello Lippi aan het roer als coach. Zijn eerste was direct succesvol, Juventus pakte na negen jaren zonder Scudetto opnieuw de titel. De sterspelers van dat moment waren Ciro Ferrara, Roberto Baggio, Gianluca Vialli en youngster Alessandro Del Piero, die een mooie en lange carrière bij Juventus tegemoet ging. Ook het volgende jaar was succesvol. In de finale van de Champions League klopte Juventus Ajax Amsterdam, zij het pas na het nemen van strafschoppen. De stand na de reguliere speeltijd was 1-1 na doelpunten van Fabrizio Ravanelli en Jari Litmanen.
Na het winnen van de Champions League kon Juventus nog enkele sterren zoals Zinédine Zidane, Filippo Inzaghi en Edgar Davids binnenhalen. Juventus won daarna de Serie A in zowel 1996/97 als 1997/98. In Europa was Juventus sterk bezig, maar werd het twee jaar achter elkaar geklopt in de finale. Eerst door Borussia Dortmund in 1997 en daarna door Real Madrid in 1998. Juventus speelde drie finales op een rij in de Champions League, maar won er dus maar een.
In de zomer van 2001 blonk Juventus uit op de transfermarkt door het hoogste bedrag aller tijden te betalen voor een doelman, namelijk voor de Italiaanse international Gianluigi Buffon, die van Parma overkwam. Ook David Trezeguet, Pavel Nedvěd en Lilian Thuram werden binnengehaald en zij leidden Juventus naar twee opeenvolgende titels in 2001/02 en 2002/03. Juventus verloor in 2003 echter opnieuw een Champions League-finale. Dit keer was AC Milan de sterkere. Juventus kwam niet verder dan een 0-0 en verloor na het nemen van strafschoppen. Lippi werd het jaar daarop aangesteld als bondscoach van Italië. Lippi zou in 2006 de wereldbeker winnen met het nationale elftal.
Schandaal[bewerken | brontekst bewerken]In 2004 werd Fabio Capello aangesteld als hoofdcoach. Hij won met Juventus twee titels maar de club moest die inleveren toen een schandaal, met in de hoofdrol sportief directeur Luciano Moggi, aan het licht kwam. Moggi bleek gedurende een aantal jaren een netwerk van invloedrijke personen te hebben opgebouwd, waardoor hij in staat was vrijwel elke wedstrijd in de Serie A te beïnvloeden. Het bestuur bestaande uit Moggi, Antonio Giraudo en Roberto Bettega, trad onmiddellijk af. Juventus werd teruggezet naar de Serie B. Het was de eerste keer dat Juventus zijn opwachting maakte in de tweede klasse, want het had nooit een sportieve degradatie meegemaakt. De landstitels die het won in 2005 en 2006 werden afgenomen.
Na het schandaal en de terugzetting naar de Serie B volgde een ware uittocht van sterspelers. Lilian Thuram (Barcelona), Emerson (Real Madrid), Patrick Vieira en Zlatan Ibrahimović (Internazionale) verlieten de club, net zoals de Italiaanse internationals Gianluca Zambrotta (Barcelona) en Fabio Cannavaro (Real Madrid), die een maand eerder de wereldtitel hadden veroverd. Wel bleven enkele sterspelers de club trouw: doelman Gianluigi Buffon, middenvelders Pavel Nedvěd en Mauro Camoranesi en aanvallers David Trezeguet en Alessandro Del Piero kozen voor een verblijf in de tweede klasse. Juventus sloeg terug in stijl en won de Serie B met zes punten voorsprong, ondanks negen strafpunten die de club voor aanvang had gekregen.
Vermeend dopinggebruik[bewerken | brontekst bewerken]Volgens Giuseppe d’Onofrio en Allessandro Donati, erkende Italiaanse wetenschappers gespecialiseerd in dopinggebruik, hebben spelers van Juventus voor de Champions League-finale in 1996, die werd gewonnen van AFC Ajax, doping gebruikt. De bronnen van d’Onofrio en Donati zijn documenten die in beslag werden genomen tijdens een inval in Juventus-kantoren in 1998 met analyses van bloedmonsters van spelers. De wetenschappers noemen het aannemelijk dat de voetballers onder andere epo in het bloed hadden. Clubarts Riccardo Agricola en directeur Antonio Giraudo werden aangeklaagd en kregen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor het verstrekken van prestatieverhogende middelen (specifiek EPO) aan Juventus-spelers, maar werden later in hoger beroep vrijgesproken.[1][2]
Terugkeer en jaren 2010[bewerken | brontekst bewerken]Toen Juventus in het seizoen 2007/08 terugkeerde in de Serie A deed het dat met een nieuwe trainer. Ex-Chelsea-trainer Claudio Ranieri volgde de opgestapte Didier Deschamps op. Vincenzo Iaquinta, Tiago, Almiron, Criscito, Andrade, Grygera en Salihamidžić waren de voornaamste transfers in de zomer van 2007. In mei 2009 werd Ranieri ontslagen en opgevolgd door Ciro Ferrara. Onder Ferrara speelde Juventus een slechte eerste seizoenshelft. In januari 2010 werd de coach ontslagen en werd Alberto Zaccheroni aangesteld als interim-trainer. Vanaf het seizoen 2010/11 was Luigi Delneri hoofdcoach van Juventus, maar na de povere resultaten werd hij na één seizoen ontslagen. Zijn opvolger is Antonio Conte, ex-Italiaans international en oud-speler van Juventus.
Het volgende seizoen liet de club definitief van zich horen in de top. Na de terugkeer uit de Serie B lukte het slechts een paar seizoenen om te imponeren en in 2011 eindigde de club op een matige zevende plaats en miste daardoor Europees voetbal. Het nieuwe stadion werd in gebruik genomen en Juventus sloeg fors toe op de transfermarkt. Vrijwel alle nieuwkomers maakten grote indruk. Alessandro Matri, Simone Pepe, Fabio Quagliarella, Pirlo, Stephan Lichtsteiner, Arturo Vidal, Mirko Vučinić en Martín Cáceres waren de voornaamste aankopen. Tevens werd Simone Padoin herenigd met coach Conte. Juventus eindigde voor aanvang van het seizoen als vierde in de top 5 van clubs die het meeste uitgaven aan transfers.
Juventus speelde haar eerste officiële wedstrijd in het nieuwe stadion op 11 september 2011, tegen Parma. Stephan Lichtsteiner scoorde het eerste officiële doelpunt in de wedstrijd die met 4-1 werd gewonnen. Drie dagen daarvoor werd een grootse openingsceremonie georganiseerd met o.a. een wedstrijd tegen Notts County. De eerste seizoenshelft bleef Juventus ongeslagen maar speelde het regelmatig gelijk, vooral tegen zeer matige ploegen. In de tweede seizoenshelft ging het beter en werden minder punten verspeeld. In de lange tweestrijd met Milan werd om de zoveel weken van koppositie gewisseld, maar op de een na laatste speeldag werd de titel behaald, de eerste sinds 2003. Juventus wist ongeslagen te blijven en kreeg slechts 20 doelpunten tegen. Uiteindelijk werd alleen in de finale van de Coppa Italia verloren. Napoli was met 2-0 te sterk. Dit was tevens de laatste wedstrijd van clubicoon Alessandro del Piero. Napoli was, ongeacht het resultaat van de bekerfinale, ook de tegenstander in de Italiaanse Supercup. Deze werd wel een prooi voor Juventus, dat in Beijing met 4-2 wist te winnen.
In het seizoen 2012-2013 werden al snel Mauricio Isla en Kwadwo Asamoah van Udinese en het jonge talent Paul Pogba van Manchester United aangetrokken. Tevens werd Sebastian Giovinco teruggehaald en werd Nicklas Bendtner gehuurd. Na tien competitiewedstrijden had Juventus negen keer gewonnen en één keer gelijkgespeeld en stond de teller van ongeslagen competitiewedstrijden op rij inmiddels op 49. Op de elfde speeldag ontving de club Internazionale, deze maakte een einde aan de reeks en dit bekende tevens de allereerste nederlaag in het nieuwe eigen stadion. De koppositie was de club echter nog altijd niet kwijtgeraakt en de klap werd goed opgevangen door in de daarop volgende weken Nordsjaelland, Pescara en Chelsea met respectievelijk 4-0, 1-6 en 3-0 te verslaan. Hierna volgde een 1-0 nederlaag bij AC Milan middels een discutabele penalty. In de UEFA Champions League ging men door naar de knock-outfase door verrassend groepswinnaar te worden met 3 overwinningen en 3 gelijke spelen. De resterende wedstrijden in de competitie werden gewonnen. Juventus sloot zo 2012 af als koploper met 8 punten voorsprong op de nummer 2 en kon ze op basis van de veertig Serie A-wedstrijden in het kalenderjaar 2012 tevens betiteld worden als de ploeg met de meeste zeges, meeste doelpunten, minste tegendoelpunten en meeste punten. Het laatstgenoemde betekende met 94 punten een verbetering van het clubrecord, neergezet door de selectie van Fabio Capello (93 punten in 2005).
Het kalenderjaar 2013 begon moeizaam, maar na verlies half februari werd alles gewonnen, op twee gelijke spelen en een nederlaag op de laatste speeldag na. Het CL-avontuur eindigde in de kwartfinale. Eerst werd er nog 0-3 en 2-0 van Celtic gewonnen, in de volgende ronde was Bayern München met twee keer 2-0 te sterk. Juventus verzekerde zich drie wedstrijden voor het einde van de competitie van de tweede titel in twee jaar, nadat het al enkele weken een voorsprong had van 11 punten op Napoli.
Het seizoen 2013/14 begon in Rome met een klinkende 4-0 overwinning op Lazio in de Supercup, waarin ook nieuwkomer Carlos Tevez wist te scoren. Tevez was samen met Fernando Llorente de grootste aankoop. Het bleek een gouden koppel, dat het doelpuntenprobleem van de laatste seizoenen verhielp. De twee scoorden respectievelijk 21 en 18 doelpunten in alle competities. De eerste zeven speeldagen in de competitie werden zonder nederlaag doorlopen; één gelijkspel en zes keer winst, waarbij opviel dat in vijf van de zeven wedstrijden Juventus eerst op achterstand kwam om daarna de punten te pakken. In de achtste wedstrijd, in Florence, werd een 0-2 voorsprong genomen, om daarna in een kort tijdsbestek vier doelpunten tegen te krijgen. Het zou de laatste nederlaag in de competitie betekenen tot de 31e speelronde en tevens slechts 1 van de 2 nederlagen in totaal in de Serie A. Aanvankelijk werd Napoli genoemd als kandidaat voor het kampioenschap, mede door de vele sterke aankopen. Tegen de verwachtingen in won AS Roma haar eerste 10 wedstrijden, waardoor Juventus, ondanks de prima resultaten, genoegen moest nemen met minder. De koppositie werd pas echt zeker na 4 achtereenvolgende gelijke spelen van AS Roma, terwijl Juventus na de nederlaag tegen Fiorentina 12 keer achter elkaar wist te winnen, vaak met veel doelpunten en weinig tegendoelpunten. Na overname van de koppositie stond Juventus deze de rest van het seizoen niet meer af en Roma stond plaats 2 niet meer af. De voorsprong op Roma was op zijn grootst 14 punten en enige tijd 5 punten, waardoor de titelstrijd zeer spannend bleef, ook omdat Roma steeds bleef winnen. In de 36e speelronde werd het kampioenschap dan toch voortijdig beslist, toen Roma met 4-1 verloor bij Catania en Juve hierdoor zonder te spelen met een voorsprong van op dat moment 8 punten de historische derde titel op rij kon bijschrijven. Tevens betekende dit de 30e (of 32e) Scudetto, waardoor de club ook officieel gezien een derde sterJe zoekertje wordt ook in het Frans getoond
Numéro de l'annonce: m2157616169