Reizen etc.|Esther Bakker,Rudi Wester 9025426328

€ 9,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,94
90depuis 3 mai. '24, 19:43
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
RégionEurope
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: Reizen etc.|De beste Nederlandse en Vlaamse reisverhalen van 2004|Contact

||door: Esther Bakker, Rudi Wester

||taal: nl
||jaar: 2005
||druk: Uitgeverij Contact
||pag.: 255p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 90-254-2632-8
||code: 1:000400

--- Over het boek (foto 1): Reizen etc. ---

Voor het achttiende achtereenvolgende jaar selecteerde Rudi Wester uit kranten, literaire tijdschriften en andere bladen de meest fantastische, ontroerende en spannende verslagen van door reislust gedreven Nederlandse en Vlaamse schrijvers, journalisten en professionele reizigers.

Dit jaar zijn er drie verhalen opgenomen over landen waar de tsunami heeft huisgehouden, maar die toen nog onaangetast waren: Michel Maas over zijn geliefde standplaats Indonesië, Anil Ramdas over de Maldiven en Cees Nooteboom over India. Het zijn nu voor een groot deel verloren paradijzen.

[bron: https--www.bol.com]

Bundel van reeds eerder in kranten, literaire tijdschriften en andere bladen (maar niet in boekvorm) verschenen reisverhalen uit 2004 over landen in Afrika, Amerika, Australië, Oceanië, Azië en Europa door diverse, vaak wat minder bekende Nederlandse en Vlaamse auteurs. In de verhalen wordt vaak achtergrondinformatie gegeven over geschiedenis en cultuur van het betreffende land. De bundel bevat een drietal verhalen over gebieden waar de tsunami heeft plaatsgevonden, maar die toen nog ongeschonden waren, en tevens twee nog niet eerder gepubliceerde verhalen waarvan er een zich eveneens afspeelt in dit gebied. Dit is reeds de achttiende en tevens laatste editie van deze tot nu tot jaarlijks verschenen bundel reisverhalen. Het is een zeer toegankelijk boek met een overzichtelijke inhoudsopgave. De verhalen zijn per continent gerangschikt en zijn door hun verscheidenheid aantrekkelijk voor een groot publiek. De lezer wordt meegenomen naar bekende en meer onbekende landen over de gehele wereld.

[bron: https--bibliorura.nl/wise-apps/catalog/4799/detail/wise/6955?offset=0&qs=7473072&search_in=code&state=code]

--- Over (foto 2): Esther Bakker ---

Esther Bakker is journalist en schrijver. Na vijf jaar buitenlands correspondentschap in Afrika werkt zij nu weer vanuit Nederland. Ze schrijft artikelen over maatschappelijke onderwerpen (politiek, zorg, onderwijs, geldzaken en ondernemerschap) voor o.a. de Libelle waarbij het haar specialiteit is ingewikkelde zaken helder en leesbaar uit te leggen. Verder schrijft Esther verhalen over toerisme, Mali, ontwikkelingssamenwerking en duurzaamheid voor het blad Oneworld (voorheen IS) en persoonlijke artikelen voor diverse tijdschriften. Incidenteel werkt Esther voor Geschiedenis magazine, de Groene, Plus magazine en wat radioprogramma's. Naast haar journalistieke handwerk publiceerde zij boeken bij uitgeverij Contact, Prometheus en het KIT, zowel autobiografisch als journalistiek. Voordat ze naar Afrika vertrok, schreef zij vooral wandelverhalen en reisde de wereld over. Tot 2000 werkte Esther bij de Volkskrant, eerst op de parlementaire redactie, daarna bij de onderwijsredactie.

[bron: https--www.boomhogeronderwijs.nl/auteur/110-3729_Bakker]

--- Over (foto 3): Rudi Wester ---

Rudi Wester (Leeuwarden, 1943) studeerde Franse taal en letterkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zij was jarenlang literair criticus van Franse en Angelsaksische literatuur in Vrij Nederland en Trouw. Ook was ze redacteur bij Hier is... Adriaan van Dis. Van 1991-1995 was zij adjunct-directeur en van 1995-2003 directeur van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Van 2003-2009 was zij directeur van het Institut Néerlandais in Parijs, tevens cultureel attaché aan de Nederlandse ambassade aldaar. Als artistiek directeur in 2012/2013 van de Stichting Kulturele Haadstêd, was zij mede verantwoordelijk voor het behalen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor haar geboortestad in 2018. Ze schreef Beau Berry (Prometheus, 2004), Schrijver in Frankrijk (Contact, 2004), Helden uit de Nederlandse en Vlaamse literatuur (samen met Inez van Eijk, Agathon, 1985 en Prometheus, 2005) en Vriendinnen van vroeger, vrouwen van nu (Arbeiderspers, 2012). Ze werkt nu aan de biografie van Jef Last, die zij in 2021 bij uitgeverij Prometheus zal verschijnen.

In 2000 werd ze onderscheiden als Officier des Arts et des Lettres door de Franse regering, en in 2001 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

[bron: http--rudi-wester.nl/over-rudi]

Rudi Wester (1943) studeerde Franse Taal- en Letterkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Ze was directeur van het Institut Néerlandais in Parijs en daarvoor van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Ze is de auteur van onder andere Beau Berry en Schrijver in Frankrijk. Achttien boeken met de beste reisverhalen van Nederlandstalige schrijvers stelde ze samen. Daarnaast schreef ze lange tijd literaire kritieken en interviews voor Vrij Nederland en Trouw. In 2000 werd ze onderscheiden als Officier des Arts et des Lettres door de Franse regering, en in 2001 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

[bron: https--www.singeluitgeverijen.nl/auteur/rudi-wester]

Rudi Wester (Leeuwarden, 1943) was tot 2009 directeur van het Institut Néerlandais in Parijs. Daarvoor was ze directeur van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds. In die functie heeft ze de Nederlandse literatuur een gezicht gegeven in het buitenland. Wester studeerde Franse Taal- en Letterkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Ze was lange tijd verbonden aan Vrij Nederland als recensent voor de Franse literatuur. Jaarlijks stelt zij een bloemlezing samen van de beste Nederlandse en Vlaamse reisverhalen. In 2000 werd ze door de Franse regering onderscheiden als Officier des Arts et des Lettres en in 2001 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

[bron: https--www.writersunlimited.nl/deelnemer/rudi-wester]

'Reizen verscherpt de blik' [Neerlandica extra Muros - mei 1996]

De bloei van de Nederlandstalige reisliteratuur

'Reizen is mijn particuliere vorm van nadenken', zei Cees Nooteboom ooit. 'Je wordt vervoerd, meegevoerd en dat geeft tijd waarin je kunt kijken. En als je goed kijkt, denk je. Reizen verscherpt je blik'. Deze moderne pionier van de Nederlandse reisliteratuur heeft in de jaren tachtig het genre - en zichzelf als schrijver - nieuw leven ingeblazen.

De tijd was er rijp voor.

De opbouw van Nederland was zo ongeveer voltooid, er bleef weer geld over voor wat luxueuzere zaken dan een boterham met tevredenheid. Mei '68 had Nederland wat meer bewust gemaakt van de rest van de wereld: Frankrijk, Duitsland, Oost-Europa, Amerika en Vietnam. De hippies waren allang uitgezworven over India en Pakistan, en het echte massatoerisme was nog niet begonnen. Niet voor niets was het dan ook het glossy maandblad Avenue, nu ter ziele maar toen had het zelfs een literair supplement, dat op het idee kwam schrijvers op reis te sturen. Het leverde de eerste mooie literaire reisverhalen op, vooral van Cees Nooteboom. Dat deze de toets der tijd kunnen doorstaan, bewijst een recente heruitgave van een deel van diens verhalen uit die tijd, Van de lente de dauw, in Frankrijk uitgegeven onder de titel Du printemps la rosée. Nooteboom reist daarin o.a. door Perzië, Birma, Maleisië, Thailand en, vooral, Japan en laat al in deze verhalen zien waarin een literaire reiziger groot kan zijn: zelfbespiegeling, filosofische overpeinzingen en fraaie stilistiek gaan hand in hand met het juiste gevoel voor het sprekende detail. Het is ook deze combinatie van eigenschappen die zijn laatste grote reisboek De omweg naar Santiago tot een van de beste boeken ooit over Spanje geschreven, maakt. Ook de Spanjaarden zijn deze mening toegedaan, want het is al aan de derde druk toe. Verder is het in 1992 bij Suhrkamp en in 1994 bij Feltrinelli (Italië) verschenen, en wordt op dit moment aan de Engelse vertaling gewerkt voor Harcourt Brace (VS) en Harvill Press (GB). Kortom, de Nederlandstalige reisliteratuur wordt ook in het buitenland hogelijk gewaardeerd.

Met Cees Noteboom raakte de Nederlandse reisliteratuur in een stroomversnelling. Ernstige antropologen, belezen bergbeklimmers, bevlogen journalisten, doorgewinterde literatoren en zelfs dichters: iedereen stortte zich op het literaire reisverhaal. De grenzen tussen reportage en literatuur vervaagden, of liever gezegd: de beide genres vloeiden in elkaar over. De schrijver waagde zich aan feitelijke waarneming, uit de pen van de journalist vloeiden mooiere volzinnen met meer introspectie dan hij ooit voor een krant had mogen schrijven. De Volkskrant begon zelfs een speciaal katern op zaterdag, gericht op reizen en reisverhalen, Traject. In NRC Handelsblad startte Adriaan van Dis met zijn prachtige verhalenreeks over Zuid-Afrika, waar hij eindelijk weer mocht komen, en die de aanzet bleek voor In Afrika en Het beloofde land. Uit het gekrakeel over een wel of niet terecht gebruikt citaat, bleek weer eens hoe diffuus de grenzen zijn tussen literatuur en reportage, tussen fictie en non-fictie. Wil een literair reisverhaal het niveau van de VVV-folder te boven gaan, dan moet er geschaafd, verfraaid en verdraaid worden. De reisschrijver maakt immers zijn eigen fictieve werkelijkheid, en mag alle literaire middelen daartoe aanwenden. Wie zijn wij dat wij als boekhouders zouden gaan controleren of iets werkelijk zo gebeurd is op dat moment en in die situatie? In oorlog en literatuur is alles geoorloofd.

Natuurlijk, niet elke auteur ging op reis. Er zijn ook verstokte thuisblijvers, zoals Gerard Reve: 'Waarom reizen mensen toch zoveel? Waarom blijven ze niet gewoon thuis? Wat is er daarginds te zien of te beleven? Lawaai, afzetterij, een hoerentroep, straatroof, je automobiel in puin geslagen, belazerd met wisselgeld en wisselkoers, insluiping in je hotelkamer, uitslag en buikloop, en je komt thuis met een schuddende ziekte waar geen dokter van gehoord heeft, zo is het toch?'. En ook Harry Mulisch zal je niet op een reisverhaal betrappen, gezien zijn apodictische uitspraak: 'Reizen maakt dom'.

Maar deze uitzonderingen hielden niet de hoge vlucht van het literaire reisverhaal tegen, een vlucht die in 1991 culmineerde in het thema van de boekenweek 'Reizen en literatuur'. Het leverde het in Nederland ten onrechte verguisde maar in het buitenland hogelijk gewaardeerde boekenweekgeschenk op van Cees Nooteboom Het volgende verhaal, en het door Lieve Joris geschreven essay Een kamer in Damascus. De laatste had al met Terug naar de Kongo en De melancholieke revolutie, over de omwenteling in Hongarije, bewezen dat zij sfeervol, boeiend en met tongue in cheek reisverhalen kan schrijven en zij continueerde dat met De poorten van Damascus, een indringend relaas over haar verblijf bij een bevriende familie in Egypte. Samen met Cees Nooteboom en Carolijn Visser, vormt Lieve Joris de Grote Drie van het Nederlandstalige reisverhaal. Want ook Carolijn Visser, na haar overrompelende start met Grijs China, Buigend Bamboe, dat zich ook in China afspeelt, en andere reisverhalen over Mongolië en Costa Rica, verraste onlangs met haar Hoge bomen in Hanoi, dat ook onmiddellijk in Amerika uitgegeven werd. Het is een pijnlijk en tegelijk melancholiek verslag over het leven in het Vietnam van na de oorlog, over de Vietnamezen die de brokstukken van hun leven bij elkaar raapten en weer dapper proberen door te gaan. Carolijn Visser is het prototype van de goede Nederlandse reisverhalenauteur: nuchter, onverschrokken, geestig, betrokken zonder dikdoenerij, en alles zelf willen onderzoeken. Hier geen opgeklopte avonturen à la Redmond O'Hanlon of een onbeschofte autoriteit à la Paul Theroux, maar een open geest met een grote hang naar de waarheid achter de schijnbare werkelijkheid. Zoals een roman inzicht geeft in de ziel of het menselijk bestaan, zo geeft het goede reisverhaal inzicht in het land of andermans bestaan. Een uitstekend voorbeeld hiervan is ook Marcel Kurpershoek met zijn Diep in Arabië en De laatste Bedoeïen. Deze arabist en diplomaat verbleef maanden lang bij bedoeïenenstammen in de woestijn en sprak met nazaten van dichters, eenvoudige schaapherders en zelfs met vrouwen. Ook deze unieke verhalen worden door buitenlandse uitgevers overwogen om in vertaling uit te geven. In dezelfde orde van grootte liggen Een kraal in Nairobi van Koert Lindijer, over zijn hechte vriendschap met een Samburu-krijger, In de ban van de Nijl en Het duivelshuis - over Algerije - van de NRC-correspondent Harm Botje, Retour Nairobi van Agnes Sommer, die sociologie 'doceerde' - of wat daarvoor moet doorgaan in een ontwikkelingsland - aan de Kenyatta University in Kenya en nu in Oeganda woont en werkt, en Een vriend aan het Tobameer van Indonesië-kenner Wiecher Hulst. Ook uitstekend is Zomer in Anatolië van de Vlaming Gaston van Camp, die prachtig over zijn tochten in de binnenlanden van Turkije schrijft. Met Oostzee-journaal. Een reis door Scandinavië, de Baltische republieken, Kaliningrad, Polen en Noord-Duitsland brachten Willem Ellerbroek en Henk Raaff door gesprekken met historici, kunstenaars en politici uit die landen een uniek cultureel erfgoed in kaart. En, heel Nederlands even: echt schitterend beschreef Vrij Nederland-redacteur Gerard van Westerloo zijn tochten te voet door Nederland, zijn gesprekken met de 'gewone' Nederlander, van de Friese Kaatskoning tot de Zeeuwse mosselman, in Voetreiziger, een absolute must voor wie Nederland goed wil leren kennen.

En tja, dan is er natuurlijk nog Boudewijn Büch met zijn al uit vijf delen bestaande eilandenreeks met titels als Het ijspaleis, Blauwzee en Leeg en kaal. Büch is altijd driftig op zoek naar de onmogelijkste eilandjes, verloren gegane boeken, gekken en dwazen in afgelegen oorden. Mij duizelt het altijd van al die bij elkaar geharkte feiten en feitjes en voor mij blijft het allemaal te veel aan de oppervlakte, maar wie ben ik? Duizenden anderen verslinden de boeken van deze aartsreiziger en de massa heeft altijd gelijk, zullen we maar zeggen.

Nee, geef mij maar - alweer een nieuwe ontwikkeling in de reisliteratuur - het mooie prozagedicht van Kees 't Hart Camden. In vrije dichtvorm gaat hij op reis naar het Camden van zijn geliefde Amerikaanse dichter Walt Whitman: 'Naar rechts de weg af richting Camden/ en downtown Philadelphia. Ik let goed op / de lelijkste weg van Amerika zei iemand.'

En nog heb ik in dit korte overzicht een aantal niet kunnen noemen, zoals Arita Baayens die, geobsedeerd door kamelen, in haar eentje door de Sahara trekt in Een regen van eeuwig vuur. Of de grand old lady van de reisliteratuur, Aya Zikken, die met Terug naar de atlasvlinder een ontroerend verhaal schreef over haar land van herkomst, Indonesië. En zo zijn er nog veel meer.

Maar één ding is duidelijk: het reisverhaal is niet meer weg te denken uit de Nederlandstalige literatuur, het heeft zich ontwikkeld tot een volwaardig en boeiend genre. De verloving tussen literatuur en feitelijke waarneming heeft zich omgezet in een ideaal huwelijk.

Rudi Wester [bron: https--www.dbnl.org/tekst/_nee005199601_01/_nee005199601_01_0010.php]
Numéro de l'annonce: m2111147531