Homo Touristicus|Benno Wauters 905240657X

€ 9,00
Enlèvement ou Envoi
Verzenden voor € 4,94
110depuis 3 mai. '24, 19:40
Partager via
ou

Caractéristiques

ÉtatComme neuf
RégionEurope
Auteurzie beschrijving

Description

||boek: Homo Touristicus|Reis om de wereld in honderdenéén stukjes|Houtekiet

||door: Benno Wauters

||taal: nl
||jaar: 2002
||druk: ?
||pag.: 206p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 90-5240-657-X
||code: 1:000418

--- Over het boek (foto 1): Homo Touristicus ---

Honderdenéén korte stukjes over de reiswereld, naar het lijkt columns uit een krant of tijdschrift. Ieder stuk is precies twee pagina's lang en de onderwerpen variëren van de negatieve invloed van eco-toerisme tot de seksindustrie in Thailand. De toon is nogal moralistisch en betweterig, zij het met de nodige kwinkslagen verluchtigd. Maar dat is nu net het probleem: de stukjes zijn te kort en van-de-hak-op-de-tak om serieus genomen te worden, en te belerend om leuk te zijn. Benno Wauters heeft een vlotte pen, maar dit boek voegt weinig nieuws toe.

[bron: https--antwerpen.bibliotheek.be]

Van Homo Ludens naar Homo Turisticus: regressie of een stap in de menselijke evolutie?

Prof. dr. J. Lengkeek

Rede bij het afscheid als hoogleraar Sociaal-ruimtelijke analyse aan Wageningen Universiteit op 12 februari 2009

...

Homo Turisticus? Het lijkt me een geschikte term voor een geëvolueerde en afgesplitste tak van de Homo Ludens. Het aantal groeit over de hele wereld. Was het ooit een overwegend Westers fenomeen, dus Westerlingen die zich op het leefterrein van anderen over de wereld manifesteerden, nu zit er een spectaculaire groei in toerisme uit China, India, Taiwan, Zuid Korea en de Japanners gingen hen al voor (UNWTO, 2008). Homo Turisticus wordt uiteindelijk een verschijnsel van alle menselijke samenlevingen.

De toerist als kind

Deze groei van toerisme wordt door menigeen met argwaan bekeken. Huizinga vond al dat de Homo Ludens verloederde. Toerisme heeft een dubieuze reputatie. Wie wil er graag een toerist worden genoemd? Beschermers van schaarse waarden zoals natuur of erfgoed laten zich slechts schoorvoetend in met toerisme. Een weersman van de meest zwarte wolken boven onze beschaving is de socioloog Zygmunt Bauman, die spreekt over The Tourist Syndrome (Franklin, 2003; Bauman, 1996). Een ziekteverschijnsel dus. De toerist is voor Bauman een exponent en een metafoor geworden voor de oppervlakkig levende mens, geïnfantiliseerd en onverantwoordelijk Deze mens graast alles af en vreet de boel kaal. Daarbij raken mensen los van hun banden met een plek, zowel fysiek, geografische als sociaal. In plaats van een maatschappelijk samenhang tussen mensen die elkaar altijd weer ontmoeten, ontstaat er een onthechtheid, waar nauwelijks meer gedeelde gedragsregels mogelijk zijn.

De fotograaf Martin Parr bracht een enigszins hillarisch fotoboek uit met daarin de toerist betrapt in alle mogelijke situaties. Als men zijn foto van de toerist op een ezel ziet, een berijder die niet meer kijkt, maar filmt en ondertussen wordt voort geleid door een gids, vraagt men zich af wie eigenlijk de ezel is (Parr, 2007).

Bauman en eerder Huizinga staan niet alleen in hun cultuurscepticisme. Ik zou meer voorbeelden kunnen geven . Maar, volgens mij het valt ook wel weer mee met die Homo Turisticus. Er bestaan meerdere varianten van deze species, waarbij de een meer 'graast' dan de ander. De toeristen onderscheiden zich naar motieven en de beleving waarnaar ze op zoek zijn. Die kunnen platvloers of infantiel zijn, of zeer hoog gestemd. Tien jaar eigen onderzoek samen met collega's heeft geresulteerd in de getoetste veronderstelling dat er tenminste vijf hoofdtypen van beleving zijn, waarmee je ook gedeeltelijk de toeristen zou kunnen klassificeren (voor een uitgebreid overzicht, zie Elands and Lengkeek, 2000).

De eerste is die van het amusement, oppervlakkig en met plezier als essentie. De tweede is de verandering, waarbij het gaat om de spanningen van het alledaagse even te ontvluchten. De derde is de interesse, die een uitstap motiveert en waarmee men 'meer van de wereld' wil zien. De vierde is die van de bevangenheid of shock. De verwijdering van het alledaagse brengt onverwachte en diepgaande confrontaties met zich mee: met zichzelf of met de buitenwereld. De vijfde en laatste is de toewijding, waarin met zich vergaand verbindt met de beleving die men heeft ondergaan. De vijfdeling is in belangrijke mate ontleend aan Cohen's fenomenologie van de toeristische ervaring (Cohen, 1979).

De typen beleving liggen op een continuum tussen probleemloos vermaak en uiterste toewijding. Hier en daar kan wel enig graas-gedrag à la Bauman worden gesignaleerd, maar net zo goed integere nieuwsgierigheid, zelfs leergierigheid. Zeker, er is oppervlakkig, probleemloos vermaak. Ook, even weg zijn van de dagelijkse sores. Of steeds meer kennisnemen van wat er elders in de wereld te koop is. Uit nieuwsgierigheid het onbekende aangaan en daardoor mogelijk diep worden geraakt tot het zich volledig toewijden aan de wereld of plek elders. De film Grizzly Man uit 2005, gemaakt door Werner Herzog, over de man Timoth Treadwell die aan beren teveel was toegewijd kent u wellicht. Toewijding kan gevaarlijk zijn, want Tomothy is door een beer opgegeten.

De kritiek op de Homo Turisticus betreft verloedering of omkering van beschaving. Dat kan men regressie-gedrag gedrag noemen, terugval naar vroegere stadia in de eigen ontwikkeling of infantiliteit. Graham Dann, die als antropoloog zich met toerisme bezighoudt, heeft een interessant boek geschreven: The Language of Tourism, uit 1996. Aanbieders van toeristisch product tasten af wat de klant wil. Dann constateert dat de toerist in feite als een kind wordt aangesproken en behandeld. Veel toeristen laten zich als kind behandelen en voelen zich er kennelijk prettig bij. Hij beschrijft de toerist als kind in verschillende opzichten.

Het kind/toerist zoekt het verloren paradijs, waar het leven probleemloos was. Luilekkerland of Kockagne. Terug naar illusies die we in de volwassen verantwoordelijkheid zijn kwijtgeraakt. Onbekommerde uitleving van plezier en lol. Sensuele en sexuele ontremming. Dat zit ergens in tussen de lichamelijke lust van het zonnebaden, de vakantieliefdes enerzijds en uiterst kwalijke vormen van sextoerisme. Maar ook aangesproken worden door verhalen die over de toeristische plek of reis gaan en die al dan niet waar zijn. Sprookjeslust dus.

Regressie naar kinderlijkheid en kindertijd? Over regressie kunnen we interessante dingen leren uit de psycho-analyse. Regressie wordt vaak negatief als terugval naar een eerder stadium gezien. Dus als een gebrek aan aangepastheid. De kinderpsychiater Margaret Mahler Schönberger heeft aan regressie echter een positieve lading weten te geven (Mahler, 1968). Zij hield zich sinds de Tweede Wereldoorlog zich bezig met psychoses van jonge kinderen en ontdekte de heilzame werking van een regressie bevorderende omgeving. Het kind dat van de moeder gescheiden is en de wereld om zich heen niet kan toeëigenen wil terugkeren naar de moeder en terugvallen in gedrag uit eerdere ontwikkelingsstadia. De hedendaagse complexe, verwarrende en confronterende samenleving, waarin veranderingen elkaar snel opvolgen, kan gemakkelijk tot desoriëntatie leiden bij mensen, zonder dat dit nu direct tot psychoses leidt. Maar toerisme biedt een relatief veilige omgeving voor heilzame regressie. Ik ben me ervan bewust dat het speculatief is te veronderstellen dat mechanismen uit de vroegste ontwikkelingsstadia van een mens een rol spelen in de zich verder over het leven uitstrekkende vrije ruimte voor spel en toerisme. Wel iets om verder te doordenken en uit te werken.

Hetzelfde geldt voor de theorie van psycho-analyticus Donald Winnicott (2008). Ook hij hield zich bezig met de ontwikkeling van het kind. De kern van zijn hypothese is dat wanneer de binnenwereld van het kind, waar aanvankelijk de moeder een onderdeel van is, en de buiten-wereld van elkaar gescheiden worden, doordat de moeder niet altijd aanwezig blijkt, klampt kind zich vast aan objecten, die een substituut worden voor de moeder. Transitional objects noemde Winnicott die. Met deze transitional objects wordt nu juist gespeeld. Wanneer men dit doortrekt naar het individu in de volwassen complexe en permanent veranderende wereld, waarin ook de eigen identiteit en eenheid regelmatig moet worden bijgesteld, dan zou men in de regressieve vormen van toerisme ook hier iets van kunnen terugvinden. De bezienswaardigheden, de hotels, de treinreis en wat dies meer zij, zou men kunnen zien als 'transitional objects'. Ze vormen een overgang tussen het bekende en het onbekende.

Toerisme heeft door mobiliteit en confrontaties met andere culturen en andere omgevingen - beide te zien als 'objects', buitenwereld -, een impact op de ervaringswereld en identiteit van de reizigers. Aan wat vanzelfsprekend was, wordt getornd. Een zekere regressie en een speelse reactie daarop geven een ervaring van beheersing daarover. Maar al deze speculaties zouden door verder onderzoek moeten worden getoetst. Ook voor mij nog wel een project voor de nabije toekomst.

Er zijn allerlei parallellen te vinden met de toeristische regressie en exploratie van de buitenwereld. Historicus Herman Pleij heeft in zijn bundel Tegen de barbarij een bemoedigend essay geschreven over de invloed van televisie, de informatie en de spelletjes die daarmee tot ons komen (Pleij, 2000). Velen maken zich zorgen over de infantiliserende invloed van televisie. Maar Pleij zegt: 'Vóor alles blijft de tv een droomfabriek, vooralsnog het enige succesvolle tegengif tegen het nog immer uitdijende succes van het onuitstaanbare rationalisme'. De TV biedt net als het toerisme zo'n mengsel van spel, kinderlijkheid en opening naar de buitenwereld. Men ziet en hoort dingen waarmee men anders misschien nooit in contact zouden zijn gekomen.

Een andere parallel met toeristische regressie en ontdekking is te vinden in de explosieve ontwikkeling van de computergames. In een editie van het tijdschrift Sociologie uit 2006, gewijd aan de Homo Ludens, schrijft Stef Aupers een onthullend artikel daarover, onder de titel 'Beter dan het echte leven'.

De computergames zijn reizen in een virtuele wereld, bestaande uit landen, steden, landschappen en oude culturen. Aupers onthult dat 85% van wat op de markt van computerspellen wordt aangeboden gaat over 'fantasy', gemodelleerd naar het historische en vooral Middeleeuwse verleden. De belangrijkste bron daarvan is Tolkien's In de ban van de Ring. Deze baseerde zich weer op de Pre-Raphaeliten, een 19e eeuws Brits kunstenaarsgezelschap en hun idealisering van de middeleeuwen. Die zijn ook de basis voor de Gothic novels en wat nu in de rockmuziek 'Death Metal' heet.

Het mythische en narratieve dat het toerisme met spel en de computergames verbindt vormt een niet te onderschatten ondergrond voor het hedendaagse historische besef en de emotionele lading van dat historische besef. We zien hier een duidelijke parallel met de eerder genoemde 'living history'.Aupers brengt de virtuele magische wereld ook in verband met de door Weber gesignaleerde 'onttovering van de wereld'. Hij ziet de spellen als tegenreactie, een soort tijd-ruimte-reis naar een wereld die nog door Gemeinschaft werd gekenmerkt. Dus niet de moderne samenleving. Het spel is een reis naar het verleden, paradise lost. Het spel en de feitelijke regressie maken de overgang naar de echte, complexe wereld makkelijker. De symbolen van die vroegere wereld zijn de 'transitional objects' waar Winnicott het over had.

...

[bron: https--edepot.wur.nl/8124]

--- Over (foto 2): Benno Wauters ---

Benno Wauters (1966°) is leerkracht en freelance redacteur voor Travel Magazine. Hij was een verdienstelijk amateurwielrenner. Hij is de zoon van wijlen VRT sportjournalist Jan Wauters.

Van Armstrong tot Zoetemelk, van Andrei Tchmil tot Zbigniew Spruch, van Briek Schotte tot Boonen en andere Belgen. Zo komt iedereen aan de beurt in het 'Sporza Quizboek: Tour de France'. 333 vragen over de Tour de France van vroeger tot nu. Met '90 Jaar Zesdaagse in Gent' bundelde hij alles wat de Gentse Zesdaagse, en het pistewielrennen in het algemeen, groot maakte in één prachtig boek.

[bron: https--borgerhoff-lamberigts.be/auteurs/benno-wauters]

Benno Wauters (35) werkt voor Toerisme Vlaanderen, reist professioneel de wereld af en doet daarover verslag in diverse media. Benno is ook de zoon van het verbale genie, de intussen gepensioneerde sportverslaggever van de radio, Jan Wauters. Als Jan de pen hanteerde, wat hij geregeld deed, kon je voelen dat de microfoon hem vaster in de hand lag. Daar heeft Benno geen last van. Hij schrijft volzinnen neer als volzinnen, niet als opgevulde adempauzes, waarin de stiltes van elke komma worden gechronometreerd. Wat de zoon-schrijver helaas wel van zijn vader heeft is een obsessionele liefde voor liefst goedkope woordgrappen, binnenrijmen, alliteraties. Bier-gondisch in plaats van bourgondisch. Hypocrietgehalte na hematocrietgehalte. De hongerige horige, een soeverein souvenir, laveren over de bruggen van Brugge, staar van het staren naar al die cataracten. Bij een snelle opeenvolging van dit soort spitsvondigheden (meestal dus) vallen mijn staarogen zowat dicht. Afgezien van deze kleine ongemakken, mogen de stukjes van Wauters best worden gelezen. Hij verzint andere themas dan de geografie, gaat geen kritiek op de reisboeren uit de weg, spaart de spot ook voor zichzelve niet en is ongetwijfeld een even doorlezen als doorleefde (!) man. Benno Wauters Homo Touristicus/Reis om de wereld in honderdenéén stukjes 2002, Antwerpen, Houtekiet, 206 blz., 14,95 euro, ISBN 90 5240 657X

[bron: https--www.tijd.be/algemeen/algemeen/homo-touristicus/5318314.html]
Numéro de l'annonce: m2111146422